Bevallen met een spiegel, echt niet
Best vreemd dat je, als je ligt te bevallen, niet meekrijgt wat er zich in jouw vooronder afspeelt.
Er zijn vrouwen die om een spiegel vragen, als het grote moment dáár is, zodat ze kunnen zien wanneer het hoofdje naar buiten komt. Ik kwam vroeger nooit op dat idee, want ik lag te werken zoals ik nog nooit in mijn leven had gewerkt: het kind moest eruit en het donderde niet wie er allemaal omheen stonden, het ging om mijn bijna geboren baby en ik. Als iemand toen met een spiegel was komen aanzetten, had ik vast ‘rot op met je spiegel’ geroepen.
Maar op een snikhete dag in Mozambique zag ik toch in het echt hoe een baby werd geboren. Ik was in dat land met de Leprastichting en een team van de KRO. En niet te vergeten met Jan Kruis zaliger, vader van Jan, Jans en de kinderen. Het filmteam was met Jan iets aan het doen onder een boom, en omdat ik wist dat ik uit het ‘shot’ moest blijven, liep ik het ziekenhuisje in. Daar kwam ik, per ongeluk, een kamer binnen waar een bevallende vrouw op een tafel lag. Niemand zei dat ik weg moest. Stel je het kabaal in Nederland voor als daar zomaar een wildvreemde Truus naar binnen wandelt terwijl je ligt te persen. Integendeel, de vrouwen bij de tafel wenkten me zelfs, zodat ik het goed zou kunnen zien.
De moeder op tafel had niets in de gaten, die had wel iets anders te doen. Er werd enorm op die buik geduwd door de vrouwen. Vroedvrouwen? Geen idee, maar kennelijk wisten ze wat ze aan het doen waren. Die moeder gaf overigens geen kik. Daar kwam het bolletje tevoorschijn. En pijlsnel erna werd het hele kindje geboren. Wat een wonder! Dat ik er ook ooit zo bij gelegen had! De moeder kreeg het kindje in haar armen, de navelstreng werd doorgesneden met een mes (hoezo steriel?) en met wat lappen werd de ergste rotzooi weggeveegd. Water was er niet. ‘Ze heeft al vijf kinderen’, wist een van de vrouwen. Ze was een uur geleden binnen komen lopen. Alleen. Een vader kon ik niet ontdekken, maar op het platteland van Afrika is het ongebruikelijk dat hij erbij zou zijn. Een meepuffende vader zou heel wat hebben losgemaakt bij het verhalen vertellen onder de mangoboom. Ik liet de vrouwen weer alleen, want wie weet moesten we zo weg, als het filmen met Jan klaar was. Ik vertelde Hansje, de regisseur, wat ik net had gezien en zij was stinkend jaloers. Samen gingen we een uurtje later nog even bij de moeder kijken. En wat denk je? Ze was weg! Weer naar huis, met haar baby. Hoe was dat in vredesnaam mogelijk? ‘Het gaat ook weleens mis hoor’, vertelden de vrouwen die bij de bevalling hadden geduwd en getrokken. Als het kindje in een stuit lag, of als er eerst een armpje werd geboren. Hoe ver moest die moeder naar huis lopen, wilden wij weten. Dat wist niemand. Dit gebeurde in het jaar 2000. Het kindje van toen is 21, als het niet voortijdig is gestorven. Veel kinderen op het platteland van Afrika halen nog steeds hun vijfde levensjaar niet. Wat een mazzel als je je kind in het rijke deel van de wereld krijgt. En wat zijn er toch veel stoere moeders in het arme deel, die doen wat vrouwen al een paar miljoen jaar doen: bevallen zonder spiegels, water, toeters en bellen.