Beter een goede buur
Marijke had samen met haar gezin een heerlijke vakantie, maar toen ze thuiskwam trof ze een nare verrassing aan.
‘Wat hadden we zin om op vakantie te gaan. Na een heel druk jaar met een verbouwing waar maar geen einde aan leek te komen wilden we graag even weg. In ons nieuwe huis waren we bezig met de laatste dingen, de plinten moesten nog geplaatst worden en de laatste verhuisdozen stonden nog op ons te wachten, maar verder was het klaar. Wat een werk hadden we verzet sinds we vorig jaar de sleutel kregen. Het was een bouwval, maar tussen de jaren-zeventigschrootjes door zagen we een paleisje dat we voor een groot deel zelf tevoorschijn haalden. Dagenlang stonden we oude lagen behang af te stomen, deuren te schuren en oude verf uit de sponningen van het glas-en-lood te krabben. Maar het resultaat was er dan ook naar.
We hadden alleen geen energie meer om de tuin opnieuw aan te leggen. Ik moest er niet aan denken om weer hele weekenden naar de bouwmarkt te rijden om een schutting te plaatsen en om de oude struiken uit de grond te trekken. Omdat we ons vorige huis beter verkocht hadden dan we dachten, konden we een extra bedrag reserveren om dat zware werk uit te besteden. Bovendien had een hoveniersbedrijf meer verstand van zaken dan wij en hebben zij samen met ons een plan gemaakt hoe we de tuin wilden hebben. Als ik heel eerlijk ben werd het wel wat duurder dan we begroot hadden, maar dan was het echt helemaal af. De tuin was nu echt een plaatje en ik zag me al helemaal zitten tussen het jonge groen.
Naast ons woont een jong stel zonder kinderen, leuke mensen waar we af en toe een borrel mee drinken. Ze houden wel van een feestje en gaan graag op reis. Dan geef ik hun katten te eten en doe de plantjes. Dus toen wij besloten om op vakantie te gaan, durfde ik de buren wel te vragen of ze om de dag onze tuin wilden sproeien. Het nieuwe groen moest nog wortelen en de hovenier had gezegd dat het belangrijk was dat de grond vochtig zou blijven. De buren zouden ervoor zorgen, hoe moeilijk kon het zijn, zeiden ze nog.
De vakantie was heerlijk en we kwamen helemaal tot rust. Het was fijn dat we eindelijk even niets hoefden te doen want er lagen geen klussen op ons te wachten en we deden niets anders dan een beetje luieren in de zon of in het zwembad. Maar toen we na twee weken weer thuiskwamen wachtte ons een heel nare verrassing.
Ik zag het al vanuit de verte toen we de straat in reden.
De bladeren van de hortensia’s hingen dor en droog onder de verschrompelde bloemen. De grond rond de jonge leilindes was kurkdroog. Toen ik de voordeur opendeed lag de post in een grote hoop op de deurmat. Tussen de enveloppen lag een briefje van de buren. Ze gingen onverwacht met vrienden op vakantie en dus konden ze de post en onze nieuwe plantjes niet meer doen. Ze hoopten dat het zou gaan regenen want dat was goed voor de tuin. Ze hadden er zelfs een lachgezichtje op getekend.
In de achtertuin lag de tuinslang ongebruikt in dezelfde hoek als waar ik hem voor de buren had achtergelaten. De nieuwe graszoden waren inmiddels al helemaal geel en de jonge planten in de borders waren dood. Ik was woest; we hadden net een kapitaal uitgegeven en dit is dan hoe je buren je laten zitten als je hen eens om een gunst vraagt?
Toen ze weer thuiskwamen ben ik meteen naar ze toe gegaan om tekst en uitleg te vragen, maar ze reageerden nogal gelaten. Tsja, ze zouden voor onze tuin zorgen, maar toen gingen ze toch op vakantie en dachten ze dat het wel zou gaan regenen, want dat was voorspeld. Dat het vervolgens twee weken droog was gebleven, daar konden zij toch niets aan doen?
Ik heb ze sindsdien niet meer gesproken, want als ik ze zie dan duiken ze weg. Ze weten dondersgoed dat zij aansprakelijk zijn voor de schade, maar ik heb geen poot om op te staan. Als ik dit van tevoren had geweten had ik nooit gevraagd of ze ons wilden helpen, want nu is niet alleen mijn tuin geruïneerd, maar ook de relatie met de buren.’