Beste pap, lieve Wieke

 

Elke week sturen Wieke (30) en haar vader (72) elkaar een brief. Over de gelijkenissen en de verschillen in het leven. Deze week: over hun gedeelde liefde voor cabaret.

 

Beste pap,

 

Laatst schreef ik een artikel voor Franska.nl over Herman Finkers en zijn tien (naar mijn mening) leukste uitspraken. Makkelijk kwam ik er niet uit en het werden er uiteindelijk, na veel wikken en wegen, elf. Wát een grappige man vind ik dat toch. Al hoef ik dat aan mijn vriendinnen niet te vertellen — ik zou er geld op durven te wedden dat niet één van hen weet wie de beste man is. 

 

Vanavond gaan wij naar Bert Visscher in Carré. Wederom een cabaretier waarmee ik, net als met Herman Finkers, ben opgegroeid. Vaak maken broerlief en ik grapjes over het gebrek aan humor bij moeders, dus ik vermoed dat de inbreng van cabaret voornamelijk van jouw kant kwam. Hoe dan ook ben ik altijd blij geweest dat ik in een cabaret-liefhebbend gezin ben opgegroeid, want ik ga nog altijd met veel plezier naar deze voorstellingen.

 

En zo’n gedeelde liefde voor cabaret zorgt er ook meteen voor dat we leuke uitjes als dit samen kunnen doen. Ik ben benieuwd, wat voor uitjes deed jij met jouw vader? Hadden jullie ook iets wat jullie beiden heel leuk vonden? Vaak vind ik het jammer dat ik jouw vader, mijn opa, nooit heb leren kennen. Volgens mij was het een heel bijzondere man.

 

Naar jouw eigen zeggen speelt muziek een belangrijke rol in je leven. Of je daadwerkelijk talent ervoor hebt, daar verschillen onze meningen nog weleens over (al heb je gelukkig geen afwijzing van Idols in je zak zoals broerlief). Was dat ook zo bij jouw vader? Konden jullie samen naar voorstellingen en concerten of bespraken jullie vaak boeken? Want je weet waarschijnlijk wel dat ik een behoorlijke boekenworm ben, en eigenlijk altijd ben geweest, mede doordat ik dat van jullie mee heb gekregen.

 

Zaten jullie weleens samen in de kroeg, of gingen jullie weleens met z’n tweeën uit eten, als vader en zoon? Wat deed je überhaupt in die tijd samen met je ouders? Doordat ik hem nooit heb leren kennen, vind ik het lastig om jou voor me te zien als een zoon. Ik ken je immers alleen als vader.

 

Liefs,

 

Je dochter

Hai Wieke,

 

Veel vragen, veel leuke vragen. Ik kan ze niet allemaal in één keer beantwoorden. Dus op sommige punten kom ik nog terug.

 

Mijn ouders waren al wat ouder toen wij, mijn zus, mijn broer en ik geboren werden. Dat had alles te maken met de oorlog; mijn vader zat een deel daarvan in een kamp, mijn moeder was als onderwijzeres in een arme buurt in Amsterdam-Noord meer bezig met eten halen bij bevriende boeren dan met lesgeven.

 

Ook omdat mijn vader, zo bleek al snel, lichamelijk niet ongeschonden uit de kampen was gekomen, heb ik niet al te veel uitjes samen met hem gehad. Één herinner ik me heel goed: wij zijn samen naar de interlandwedstrijd geweest waarin Cruijff als eerste international eruit werd gestuurd. 

 

Nee, naar een kroeg gingen we niet samen, dat deed mijn vader alleen, en ik, toen ik zestien was, met mijn vriend Rob. Als kind moest ik wel soms mijn vader uit het café om de hoek halen. Dan had hij het zo gezellig dat hij de tijd was vergeten. Mijn moeder zette dan altijd ‘Ach vaderlief, toe drink niet meer’ van de Zangeres zonder Naam op bij binnenkomst. Daar kon het hele gezin smakelijk om lachen.

 

En cabaret? Ach, er was eerst één zender en later twee, dus bij speciale uitzendingen was het doodstil op straat. Zeker als een show van Toon Hermans werd uitgezonden, zaten wij ruim van tevoren als gezin klaar om te gaan genieten. Ik kon erg lachen om Toon (zoals hij door iedereen werd genoemd) maar zeker ook om mijn vader die ongegeneerd hard zat te lachen. Mijn moeder mengde zich regelmatig in de humoristische uitbarstingen met opmerkingen als: ‘Nou zeg, wat een flauwekul.’ Of: ‘Waar haalt hij het vandaan.’ Dat was haar manier van laten merken dat zij plezier had.

 

Ook Wim Kan op oudjaarsavond was zo’n speciale gebeurtenis. Toon Hermans is niet vergeten, cabaretiers als Herman Finkers en Freek de Jonge noemen hem als hun grote voorbeeld. Over Wim Kan hoor je zelden meer wat, terwijl zijn – politieke – oudejaarsconferences in mijn beleving nog steeds ongeëvenaard zijn.

 

De derde van de grote drie, Wim Sonneveld, dreigt ook in de vergetelheid te raken. Jammer, zijn shows, zijn optreden in ‘Ja zuster, nee zuster’ waren onvergetelijk.

 

Nee, naar een cabaretvoorstelling in een theater ben ik nooit met mijn ouders geweest. Dat was niet echt iets dat serieus werd overwogen, waarschijnlijk ook gewoon te duur.

 

Wat mijn ouders en ik samen deden? Mijn ouders lazen veel, kranten en boeken; dat is voor ons, hun kinderen, een grote stimulans geweest. En mijn ouders waren gek op kaartspelletjes. Ik heb als grap weleens gezegd dat ik eerder kon kaarten dan praten, en dat was niet eens alleen maar onzin. Ik praatte laat voor mijn leeftijd, maar kaartte al erg vroeg mee.

 

Samen spelletjes doen? Ik heb daar veel dierbare herinneringen aan.

 

Liefs,

 

Je vader

 

Door: Wieke Veenboer

Wieke Veenboer woont in Amsterdam. Ze is een graag geziene gast in de Amsterdamse horeca en probeert af en toe zelf een keukenprinses te zijn. Ze houdt van reizen, verslindt boeken maar speelt ook Netflix uit.

Afbeelding van Wieke Veenboer