Als je na 587 dagen weer naar de kapper mag
Met de billen bloot dan maar: mijn laatste knipbeurt kreeg ik in november (!) van Rob Peetoom zelf.
Hij vertelde toen dat dit model, maar dan twee centimeter langer, mijn ideale coupe was. Nou, je kan stellen dat die centimeters langer in ieder geval gelukt zijn. Ik vermoed dat door zijn magic het überhaupt nog zit en niet permanent als een bos hooi langs mijn gezicht hangt. Ik serum en droogshampoo de boel op dagelijkse basis, maar de situatie is als volgt: te lang, te donker, te dood aan de onderkant en overall gewoon heel veel te veel. Het is zelfs zó lang dat het bij een videocall niet meer in het beeld past en dat wil in mijn geval wat zeggen.
Ik ben van het slag: zo lang mogelijk je kappersbezoek uitstellen. Waarom weet ik eigenlijk niet, want ik ben echt gék op naar de kapper gaan. Als ik mag kiezen tussen een massage of de kapper die mijn haar wast, dan kies ik waarschijnlijk het laatste. Bij mijn ideale kappersbezoek zet ik mijn telefoon op ‘niet storen’, neem ik een goed boek mee en praat ik weinig. Vermoedelijk ben ik daardoor ook de meest ongezellige bezoeker denkbaar. Mijn excuses daarvoor.
Eigenlijk moest ik in februari, maar in februari was het carnaval en dan prop ik mijn bos haar elk weekend onder een pruik of hoedje (en geef ik al mijn geld uit aan deze hobby). De nood om naar een kapsalon te gaan voelde daardoor wat minder hoog dan normaal. Had ik het maar wel gedaan jongens, want precies toen ik wilde boeken sloot elke kapper zijn of haar deuren. Natuurlijk wel een weekje ná de horeca, maar eerlijk: in die week voelde een kappersbezoek toch wat minder gepast. Omdat het kabinet de kapsalons vergeten leek te zijn en dan zit je vooral je adem in te houden in zo’n stoel, wat knippen en kleuren weinig ontspannen maakt.
En nu, 587 dagen of zo voelt het in ieder geval, mag ik weer. Alleen ben ik nu bijna te bang om weer te gaan, want wát een puinhoop vindt er plaats bovenop mijn hoofd. Men neme een struik, geeft die eerst te weinig water en dan ineens veel te veel en laat ‘m heel lang in de volle zon staan. Zo ongeveer. Ook vermoed ik dat als ik eenmaal in de stoel ga zitten ik nooit meer weg wil omdat ik (in stilte natuurlijk) uitzinnig ben van blijdschap en dat ze me morgenavond tegen sluitingstijd daarom maar gewoon de Elandsgracht in kieperen. Ik zie de headlines al voor me: Kapsalon Rob Peetoom ziet zich genoodzaakt om vrouw de gracht in te duwen omdat ze weigert te vertrekken. Een heel lange titel wel nu ik het zo teruglees, misschien wordt het: Kapper duwt vrouw de gracht in.
Over één ding zijn we het in ieder geval eens: een man (en vrouw) weet niet wat-ie mist, maar als zij/hij er niet is, weet een man/vrouw pas wat-ie mist. Want ik heb me een partij knipsels voorbij zien komen, van een verknipte pony tot tondeusekapseltjes en iemand die haar zoon zelf wel even zou knippen. Het is vakwerk, dat moge duidelijk zijn.
Oh, ik heb er zo’n zin in…