Als je moet, dan moet je…

 

Je zult maar moeten plassen en nergens terecht kunnen.

 

Daar kun je je als man helemaal niks bij voorstellen natuurlijk, maar Annemijn wil er wel even een potje over zeiken.

 

Ik ben een zeikerd. Ik kan er niks aan doen. Maar ik moet soms wel tien keer op een dag plassen.

 

Thuis of op het werk is dat niet echt een probleem, maar zodra ik de openbare ruimte betreed begint de ellende. Het is al jaren bekend dat daar te weinig plekken zijn waar vrouwen kunnen urineren. Voor mannen is het een stuk makkelijker: die hangen hun slurf gewoon in een bosje of een plaskrul. Zó oneerlijk.

 

Niet dat ik zo’n plaskrul ooit zou betreden overigens. Toen ik nog in Amsterdam woonde fietste ik altijd zo snel mogelijk aan die dingen voorbij, mijn neus dichtknijpend tegen de alles verzengende pislucht. Ik durfde er bijna niet eens naar te kijken, want het kwam regelmatig voor dat er een woest kolkende rivier van urine onder de plaskrul uit stroomde. Dat mannen daar vrijwillig met hun gympen in willen staan is iets wat ik definitely nooit heb begrepen.

 

Maar goed, blijft het probleem dat ik me vaak geen raad weet met mijn volle blaas. Bij een concert of festival naar de wc moeten is een regelrechte ramp, want bij de vrouwentoiletten staat steevast en lange rij waar nauwelijks beweging inzit. Het is me zelfs weleens overkomen dat het concert alweer begonnen was en ik nog altijd stond te wachten. (De enige plekken waar dat andersom is zijn wielerevenementen, daar staan de mannen juist in de rij ;-)) In steden moet ik altijd een paar keer een café in lopen en met m’n allervriendelijkste gezicht vragen of ik het toilet mag gebruiken. Denk je dat dat leuk is? Nee, dat is niet leuk. Zeker niet als ze nee zeggen. En ja, dat komt heel vaak voor, tenzij ik meteen een lunch bestel natuurlijk.

 

Uit pure noodzaak heb ik me dan ook ontwikkeld tot een volleerd wildplasser. Geef me een bosje, een stil weggetje, een paar geparkeerde auto’s of een donker hoekje en ik trek zo m’n broek naar beneden.

 

Mijn zoon wil dan nog weleens roepen: ‘Mama, straks ziet iemand je billen!’ Het zal de leeftijd wel zijn, maar het kan me niks schelen. You gotta go if you gotta go. Laatst gaf een vriendin een andere goede tip: de plastuit. Ik herinner me die dingen uit de eighties en toen waren ze niet echt een succes, maar volgens haar zijn ze dankzij jarenlange innovatie doorontwikkeld tot ideale hulpstukken voor elk zeikwijf. Dus als je binnenkort een keer een vrouw tegen een boom ziet plassen, that’s me!

 

 

Door: Falder.nl