‘Als hij in het ziekenhuis belandt is het wel zijn eigen schuld’
Arno, de man van Sophie, neemt het niet zo nauw met de coronamaatregelen en zijn gezondheid. Inmiddels maakt zij zich grote zorgen.
‘Vanuit mijn ooghoek zie ik dat Arno weer een pak met koek uit de trapkast pakt en ermee naar boven loopt. Ik moet me inhouden om er niet iets van te zeggen maar ik heb nu geen zin in ruzie. Sinds de lockdown en het thuiswerken is mijn vriend zeker twintig kilo aangekomen en hij was al veel te zwaar. Ik maak me grote zorgen om zijn gezondheid want hij weegt niet alleen veel te veel maar hij drinkt ook behoorlijk en beweegt sinds hij thuiswerkt nauwelijks meer.
Dat was wel anders toen ik hem twintig jaar geleden leerde kennen op het strand van Noordwijk. Ik viel als een blok voor zijn blonde krullen en gespierde lichaam. Maar van dat mooie lijf is inmiddels niets meer over. De afgelopen jaren had hij geen tijd meer om te sporten en vanwege zijn werk zat hij veel in de auto en ging hij vaak met klanten eten in luxe restaurants.
Zo werd hij ongemerkt steeds dikker. Het nieuwe overhemd dat hij pas een paar weken geleden kocht is alweer te klein. De stof zit heel strak om zijn bovenarmen gespannen en zijn buik hangt nog verder over zijn broekriem heen. Door de stress van zijn werk begon hij ook weer te roken. Een gewoonte die me inmiddels heel erg stoort. Want ik vind de weeë geur die nu steeds om hem heen hangt heel vies en hij weet dat het hartstikke ongezond is.
Hoewel ik steeds probeer om hem te laten inzien dat hij wat aan zijn leefstijl moet veranderen krijgen we er iedere keer weer ruzie over. Hij neemt mij toch zeker ook zoals ik ben? Alsof ik na de komst van de kinderen niet zwaarder ben geworden? Daar hoor ik hem toch ook niet over?
Maar daar gaat het mij helemaal niet om. Sinds de corona-epidemie maak ik me echt zorgen. Een jonge fitte collega van mijn werk is vorig jaar aan het virus overleden. Een afschuwelijk ziekbed heeft hem, een sportieve vent van 35, het leven gekost. Dat heeft mij echt aan het denken gezet en sindsdien probeer ik er alles aan te doen om Arno te laten beseffen dat hij gezonder moet gaan leven. Bovendien is hij ook nog lang niet aan de beurt voor een vaccinatie en neemt hij het niet zo nauw met de coronamaatregelen. Hij denkt dat het allemaal wel mee zal vallen met dat virus en vindt dat ik niet zo paniekerig moet doen. Hij is toch nog jong en zo zwaar is hij nu toch ook weer niet. Ik maak me volgens hem echt druk om niks.
Hoewel hij het denk ik heus wel in de gaten heeft kook ik steeds magerder en gezonder. Ik zie hem dan geïrriteerd naar zijn bord kijken als er een salade voor zijn neus staat. ‘Ik ben toch zeker geen konijn’ hoor ik hem dan mopperen. Per toeval vond ik van de week wat verpakkingen van de snackbar in de auto. Blijkbaar rijdt hij daar ook nog even langs als hij boodschappen gaat doen.
Hij weet dat ik geen ongezonde dingen meeneem uit de supermarkt, dus doet hij nu steeds vaker zelf inkopen. Natuurlijk zie ik dan de pakjes sigaretten en en zakken chocoladetoffees in de boodschappentas zitten, maar om niet weer in discussie te raken houd ik wijselijk mijn mond.
Maar Arno zit met zijn extreme overgewicht toch echt in de gevarenzone, zeker nu hij de hele dag op een stoel in zijn werkkamer zit te vergaderen terwijl hij gedachteloos een paar gevulde koeken en een reep chocolade opeet. Na het avondeten ploft hij dan met een paar biertjes en een zak chips op de bank om televisie te kijken.
Ik zie het met lede ogen aan want ik ben echt bang ben dat hij, als hij corona krijgt, het gewoonweg niet zal overleven. Begrijp me niet verkeerd hoor, ik hou van hem zoals hij is, maar ik ben heel bang dat als hij ernstig ziek wordt of erger, het wel zijn eigen stomme schuld is.’