Als alles in de soep loopt bij drukte

Soms loopt alles in de soep, omdat je het te druk hebt. Met werken, bijvoorbeeld.

 

 

Terwijl de wasmachine en vaatwasser ook draaien. Op zich is het tijdens dat draaien van die machines nog niet zo druk – want die doen het werk voor je dat vroeger met de hand gedaan moest worden – maar wat je als schrijver dan erg kan afleiden is het lawaai van die machines.

 

Maar goed… daar kun je de deur tegen dichtdoen, en je toch proberen te concentreren op je werk.

 

Maar als je werk dan nog steeds niet af is, moet echt wel even die vaatwasser worden uitgeruimd. Je hebt die spullen straks nodig om te koken. En daarna moet die was worden opgehangen, anders gaat hij stinken. Maar helaas hangt de zolder dan nog vol met de vorige was, en die moet je eerst even opvouwen. En dan kun je net zo goed die drie broeken, zeven overhemden en twee blouses ook even strijken. Dan is het maar klaar.

 

Maar eerst even plassen. Oeps, toiletpapier op. Even aanvullen die rollen. O, en de voorraadkast is ook leeg. Even toiletpapier op het lijstje zetten. En ehhh… dinges… wat had je vanochtend ook alweer bedacht dat je óók moest halen? Je stond op het punt om naar boven te gaan, maar je ging eerst nog even de gordijnen opendoen met een kop koffie in je hand… O, ja! Koffie!

 

Jaaaa… en koffie had manlief ook weer lopen knoeien op de plavuizen in de bijkeuken toen hij de kat naar buiten liet, had je gezien. Dat zag je toen je de wasmachine alvast aan ging zetten en de kat weer naar binnen liet. De kat die toen een muis mee naar binnen nam die je dus eerst weer naar buiten moest jagen voordat je aan het werk durfde. Met de bezem die je eerst nergens kon vinden. Die had iemand gebruikt om buiten mee te vegen (terwijl je daar een buitenbezem voor hebt, die gewoon in de schuur staat) en die stond nu dus buiten in de regen. Zucht.  

 

Straks dus ook maar even naar de bouwmarkt voor een nieuwe bezem, als je toch naar de supermarkt gaat voor koffie en toiletpapier. Maar eerst aan het werk!

 

Nou, zo’n start had ik dus al achter de rug toen ik ook nog vier deadlines bleek te hebben. Dat zag ik in de agenda, waarin ik las dat ik ook nog een belafspraak had en iets in mijn administratie moest uitzoeken.

 

Wat ga ik eten vanavond, dacht ik toen ik dat aan het uitzoeken was. Ik denk soep. Dat kan dan vast pruttelen, terwijl ik nog even de ramen lap. Het houtwerk komt dan volgende keer wel, maar morgen krijg ik visite. En het is wel zo leuk als die mensen zich niet zo opgesloten voelen en gewoon naar buiten kunnen kijken. In elk geval de ramen van de benedenverdieping dus even lappen straks. Maar eerst die deadlines maar even.

 

Tussen de deadlines door nog even gedoucht, een rondje gelopen, mijn schoonmoeder gebeld, mijn man weggebracht naar de motordealer waar zijn motor nog stond, en toen aan die soep begonnen. Met tussendoor dus die ramen.

 

En toen ik de ramenlapspullen weer had opgeruimd, mijn handen had gewassen en de groente aan de soep toevoegde, zag ik die vieze bos bloemen op de keukentafel staan. Die moest natuurlijk ook nog weg, voordat ik morgen visite zou krijgen! Hij stonk ook. Dus hup, bloemen buiten in de GFT-bak en die alvast in het zicht gezet voor het keukenraam – zodat ik hem morgen niet vergeet buiten te zetten – en het bloemenwater verdeeld over de bloembakken bij de achterdeur, want die stonden weer droog. De stinkende vaas in de gootsteenbak waar niet gekookt wordt, en, o… weer even roeren in de soep.

 

Nog wat bleekwater gooien in die stinkende vaas, dus hup een duik in het keukenkastje, dopje eraf, en ik kieper dat scheutje bleekwater dus zo in…

 

Juist! … De soep!

 

Welterusten!

 

 

 

Door: Tineke

Tineke is schrijfster van de boeken “Toch?” en “Stof Genoeg” en ze blogt ook zo nu en dan. Ze woont op het platteland met één (leuke) man, twee (lieve) kinderen, drie (onbespeelde) muziekinstrumenten, vier (wisselende) mantelzorgprojecten, een (bijna) vijfde boek, haar zesde (luie) kat, en (dus) ongeveer zeven muizen.

Afbeelding van Tineke