Aliens bij Wieke thuis

 

‘Had ik verteld,’ begint man vrolijk, gisteravond om tien uur, ‘dat Niels en Michael morgen komen? En Nico komt ook!’ Je zou denken: drie knappe mannen op bezoek, hoe leuk wil je dat de dag begint?

Echter: Niels en Michael komen de zolder isoleren met spul dat al een tijd in de garage staat. Ik had dat verdrongen. Nico is een tuinklusser, die sleuven komt graven voor een nieuwe heg aan de straat. Jakkes, net nu ik het plan had om eens lekker met een boek in de zon te gaan zitten.

 

De klussen moeten gebeuren, weet ik ook wel. Maar ik baal zo van al die onrust. Niels en Michael staan al voor de deur als ik met de dauw nog op mijn ogen opsta. Ze gaan de trap en de gang boven afplakken en ik ben nog niet eens aangekleed. Ik sluit mezelf op in de badkamer en als ik onder de douche sta, bedenk ik dat ik voor schone handdoeken de gang over moet naar de linnenkast en daar zijn die jongens aan het plakken. Sodeju! Ik roep man. Hij hoort me niet. Ik bel hem. Geen gehoor. Hij is vast bij Nico in de tuin. In mijn klerenkast liggen Afrikaanse chitenges. Ik sla er eentje om en haal héél snel een handdoek. Dat lukt zonder dat de heren op me letten, die zijn druk met hun plakwerk en ik sprong toch zowat over ze heen. Sky radio loeit vanaf de zolder door het huis. Buiten krijsen de tuinapparaten. Nergens is het stil.

 

Eenmaal aangekleed schrik ik me halfdood als ik twee aliens zie schuiven. In witte papieren pakken, met mondlapjes voor en capuchons op, sjouwen Niels en Michael alle oude glaswol van de zolder naar beneden en gooien de boel uit een raam naar buiten. Het is een enorme bende. Hoe moet dit goedkomen?

 

Voor de deur staat een grote container, daar moet alles in. En het allerergste komt nog. De parketman komt deze week ook. Ik heb zo’n hekel aan hem, dat man vindt dat ik ervoor naar een psycholoog moet. 

Mannen in witte pakken en isolatiemateriaal

 

Die vent komt nooit als hij zegt dat-ie komt, dus wie weet vergeet hij ons. Dat hoop ik maar. Ondertussen klaren de aliens het vieze karwei. Nog lachend ook. Ik hou best van ze, heus. En van Nico ook. Maar wat zal ik blij zijn als iedereen weer is opgehoepeld.  Ze hebben een heel beste deadline: dit weekend begint het carnaval, dan willen ze klaar zijn. Morgenochtend vroeg staat iedereen er weer. Je zult zien dat ik wéér vergeet om een handdoek mee te nemen naar de badkamer. Ach, wie weet vraag ik het nu gewoon aan de aliens: ‘zeg jongens, breng mij effe een handdoek?’ Onze relatie klant-klusser kan dat vast wel hebben.

Door: Wieke Biesheuvel

Wieke Biesheuvel werkte en woonde zes jaar in Zambia, is nu voorgoed terug en probeert het Nederlandse leven weer onder de knie te krijgen. Waarbij ze beurtelings verbaasd, boos, dolgelukkig, verward of blij is.

Afbeelding van Wieke Biesheuvel