Al heeft Flo misschien een ander adres

Ze woont nog steeds op dezelfde plek: in ons hart

Artikel beeld

Al heeft Flo misschien een ander adres, Waar ik dacht een kind kwijt te raken – niet echt, maar wel een beetje – kreeg ik er juist een clubje bij. Je kind raak je niet zo snel kwijt. Ik ken moeders wier dochters hen decennialang het licht niet in de ogen gunden, om vervolgens weer te verzoenen en te versmelten. Al heeft Flo misschien een ander adres, ze woont nog steeds op dezelfde plek: in ons hart. En wij in het hare. Elke woensdag klinkt een ferm “Mámaaaaaa”, nog voordat ik op de koperen bel van haar huis heb kunnen drukken. Mijn voetstappen herkent ze nog altijd. Donkere dinsdagen kleuren op als ik een appje krijg van een van de begeleiders. De vraag: Flo wil graag even bellen, schikt dat? wordt altijd binnen tien seconden beantwoord met een ‘ja’, gevolgd door een tiental uitroeptekens. Al dronk ik een glas champagne met koningin Máxima, Flo mag er altijd bij. In het geval van onze koningin weet ik sowieso zeker dat zij dat alleen maar gezellig zou vinden, maar dat terzijde.

Een bezoek per week, tweewekelijks bellen, ophalen en logeren in het weekend is een schema waar hart en hoofd inmiddels aan gewend zijn.

In plaats van iets te verliezen, kregen we er ook een hoop bij. Zodra ik over de geruite deurmat stap, staat R. in de hal. Zijn grote ogen vragend op ons gericht. Op de vraag of ik hem een knuffel mag geven, volgt een diepe knik met zijn hoofd. Dat wil hij zeker. Als ik de gang in loop, komt huisgenoot L. met stevige pas op ons af. Hij groet en noemt vervolgens alle namen op van iedereen die bij ons hoort, met de vraag waar zij nu zijn, waarom zij er niet zijn en wanneer zij weer zullen komen. Als ik alles rustig heb beantwoord, knikt hij ten teken dat hij het heeft begrepen en beent hij weer weg met ferme pas. E. klopt altijd op de deur van Flo’s kamer en komt dan even bij haar op bed zitten. Vervolgens kijkt ze naar de stapel poppen in de hoek van de kamer en schudt ze, als een grote zus, haar hoofd. “Flootje toch. Zoveel knuffels en je wil altijd meer.” Zo zijn er twaalf bewoners. Ieder met hun verhaal, elk met hun pure hart.

Op een dag fluistert mijn dochter me in dat ze een begeleider heeft horen zeggen dat een van de jongens van het andere huis niet meer zoveel kleren heeft. Het startsein voor mijn vriendin D. om de kasten van haar man en haar zoon op te ruimen en te kijken wat ze zouden kunnen missen. Als het even kan, stuur ik haar een foto van een blije bewoner in een coole jeans van Denham.

De meeste bewoners hebben liefhebbende ouders die, waar mogelijk, hun kind bezoeken of meenemen naar huis. Maar ook hier is het leven niet altijd rechtvaardig. Sommige kinderen hebben geen ouders, en die vragen wel eens om iets meer aandacht. Ook aan ons. Of ze mee mogen wandelen. Dat mag natuurlijk, maar komt niet altijd uit omdat Flo juist haar rust nodig heeft. Of ze mee mogen naar Italië – die vraag komt ook vaak voor. We hebben toch een vakantiehuis daar? En we zullen echt geen last van ze hebben. Ze zeggen het terwijl ze ons aankijken met het hoofd licht gekanteld, de blik op standje smeek.
En daar is het dan. Het gevoel van minder kunnen geven dan je zou willen. En het grote tekortkomen. Net als bij een echt gezin, dus…

Door: May-Britt Mobach

Afbeelding van May-Britt Mobach
newsletter image
newsletter close button newsletter image
Word jij ook gezellig
Franska vriendin?
Zo maak je kans op
prijzen en uitjes!