‘Al die jaren heb ik mijn moeders klaagzang moeten aanhoren’

 

‘Toen ik achter de waarheid kwam kon ik het niet eens meer opbrengen om haar te spreken.’

 

 

 

‘Nadat mijn ouders gescheiden waren bleven mijn broertje en ik bij mijn moeder wonen terwijl mijn vader naar de andere kant van het land verhuisde. Ik was altijd al een pappakindje. Daarom had ik dubbel verdriet, want behalve dat mijn ouders uit elkaar waren verwaterde het contact met mijn vader. Daar kwam bij dat wij naar een kleiner huis moesten verhuizen nu het inkomen van mijn vader wegviel en mijn moeder was aangewezen op zijn alimentatie.

 

Toch hadden we het nog steeds goed, besef ik nu ik ouder ben. Vergeleken met veel andere kinderen in mijn klas woonden we nog steeds comfortabel, hadden we nog steeds mooie kleding en gingen we nog steeds een paar keer per jaar met vakantie. Toch deed mijn moeder niet anders dan klagen. Haar klaagzangen zouden in de loop der jaren alleen maar erger en venijniger worden; haar wraakzucht, haar woede over wat haar was aangedaan werden vergif en dreven haar in een slachtofferrol waar ze nooit meer uit is gekomen.

 

Dat is triest en ongetwijfeld voer voor psychologen, maar voor ons, voor mij, was dat belastend en dat is het tot op de dag van vandaag. Waar ze de kans kreeg verkondigde ze – wat inmiddels haar mantra was geworden – dat ze maar een eenvoudig vrouwtje alleen was, dat ze zich natuurlijk echt niet alles kon permitteren sinds ze alleenstaand was, dat het leven zo zwaar was als alleenstaande moeder van ‘die twee’, dat ze maar hoopte dat de dag zou komen dat ze de pijn van het verraad van haar ex niet meer zou voelen maar dat ze eraan twijfelde óf die dag ooit zou komen.

 

Na twaalf jaar liep de termijn af dat mijn vader alimentatieplichtig was. Mijn broertje en ik waren tegen die tijd de deur uit. Mijn vader liet weten dat hij mijn broertje en mij graag wilde blijven ondersteunen. Hij zou sowieso het collegegeld en de boeken voor zijn rekening nemen en we zouden in overleg een maandelijkse toelage afspreken. Hierdoor werd het contact tussen ons langzaam maar zeker weer wat beter en kwam op een dag de aap uit de mouw: hij was bij ons weggegaan nadat hij erachter was gekomen dat ‘mamma’ een affaire had. Het had hem heel veel pijn gedaan om ons achter te laten en hij had er veel moeite mee gehad om zich erbij neer te leggen dat wij hem niet meer wilden zien en dat al zijn brieven, kaarten en cadeautjes onbeantwoord waren gebleven.

 

Blijkbaar had hij al die jaren zijn best gedaan om met ons in contact te blijven en was mijn moeder ervoor gaan liggen. Alle financiële extra’s had ze in haar eigen zak gestopt en intussen was haar klaagzang onverminderd doorgegaan. Mijn broertje is wat flegmatieker dan ik. Hij ziet onze moeder nog wel af en toe. Ik kan het niet eens meer opbrengen om haar te spreken. De laatste keer dat ik dat deed heb ik haar toegebeten dat ik haar nooit meer hoefde te zien en heb ik haar veel plezier gewenst met haar geklaag. Dat zou nog wel een graadje erger worden nu ze tegen iedereen kon verkondigen dat haar dochter haar aan de kant had gezet na alle opofferingen die ze zich getroost heeft.’

 

Er is veel over te vertellen, over moeders en dochters. Daarom hebben we er een reeks van gemaakt waarin elke week andere moeders en/of dochters aan het woord komen. Allemaal met relaties waar we ons aan kunnen spiegelen, in kunnen verdiepen, over kunnen verbazen, van kunnen genieten en van kunnen leren.

 

Heb jij een moeder-dochterverhaal dat je wilt delen? Dat kan ook anoniem. Als je mailt naar info@franska.nl onder vermelding van ‘moeders en dochters’ nemen wij contact met je op.