Affirmeren kun je leren
Een vriendin van mij doet iets met affirmaties. Je kunt ermee sturen, zegt ze. Wát precies is me niet geheel duidelijk, maar affirmaties zijn gedachten die je door herhaling op den duur ook gaat geloven.
Wát precies is me niet geheel duidelijk, maar affirmaties zijn gedachten die je door herhaling op den duur ook gaat geloven. En dat snap ik dan weer wel. Wat hersenen herhaaldelijk zien (of horen), schijnen ze na verloop van tijd voor waarheid aan te nemen. Zie hier ook het uitgangspunt van reclameboodschappen en nepnieuws.
Ik kan je dus ook aanraden om niet al te lang te wachten met de waarheid over (bijvoorbeeld) Sinterklaas. Niet wachten tot de middelbare school, want dan heeft de waarheid geen zin meer. Als iets er eenmaal in zit, krijg je het er ook nooit meer uit en het volwassen mensje zal dan steeds op zoek blijven naar bootaankomsten en Sinterklaasfeestjes om zijn (of haar) gelijk te bevestigen: Sinterklaas bestaat! En dat wordt dan elk jaar opnieuw bewezen door Dieuwertje Blok en de manifestaties aan de kades. Zelfs burgermeesters zijn daarbij aanwezig, en televisiezenders ook! En waarom zouden zij hieraan meewerken als het allemaal flauwekul was? Ja, toch?
Affirmeren is ook manifesteren, zo zegt mijn vriendin. Als je maar vaak genoeg zegt dat je mooi bent, of dat je rijk zult worden, dan gebeurt dat ook. Het woord affirmare komt uit het latijn en betekent versterken of bekrachtigen. Wie dus maar vaak genoeg positieve affirmaties herhaalt, zal uiteindelijk krijgen wat ie wil, of dat in elk geval gaan geloven. Ik weet niet zeker of anderen het dan ook zo zien, en of het bij negatieve affirmaties ook zo werkt, want daarover kan ik niks vinden.
Of toch? Als je maar vaak genoeg tegen jezelf zegt dat je lelijk bent, of anderen roepen dat…
O, wacht! Misschien heb ik vroeger dus verkeerd om staan affirmeren!?! Ik had niet moeten roepen ‘Ik ben mooi en zal later ook nog rijk gaan worden!’ Neeee, ik had moeten roepen: ‘Ik ben rijk en zal later vast nog wel mooi gaan worden.’
Shi… ik heb het omgedraaid. Ik krijg, wanneer ik in de spiegel kijk, gerust wel bevestiging dat ik rijk ben. Ik heb namelijk een fijn gezin en een heel mooie spiegel. Maar wat ik had móeten bekrachtigen was natuurlijk dat ik ook nog mooi zou gaan worden. Dom, dom, dom. Want achteraf gezien was ik toen natuurlijk allang rijk, en ben ik dat nog steeds. Ik ben gezond, heb werk, eten en een dak boven mijn hoofd. Hoe rijk wil je het hebben? Maar ‘mooi’ kun je natuurlijk niet genoeg zijn, in onze huidige maatschappij. Tenminste, dat denk ik als ik mijn vriendin zie.
Want naast de affirmaties doet ze nu ook aan cosmetische chirurgie. Vaak tegen de spiegel roepen dat je volle lippen en hagelwitte tanden zult krijgen, schijnt dan toch minder bekrachtigend te werken dan de affirmatie ‘je mag er zijn, want je bent er nu eenmaal’ (of weet ik veel wat ze dan roept).
Of néé, ze vindt blijkbaar ook niet dat ze er mag zijn zoals ze nu is, want dan zou ze natuurlijk niet allerlei neponderdelen laten aanbrengen! Pfff, wat een gedoe zeg, dat affirmeren. Vooral omdat ze maar blijft herhalen dat ik het ook zou moeten doen.
Maar daar ben ik nu wel klaar mee, zo heb ik haar van de week laten weten. Misschien moet ik het straks nog een keer herhalen, maar ik vind gewoon dat je wat harder moet werken voor succes, en zij vindt dat je dan elke ochtend tegen je spiegelbeeld moet roepen dat je succes krijgt, en verder niks.
Nou ja… de waarheid zal wel weer ergens in het midden liggen. Maar als ik morgen opsta, roep ik uit gewoonte waarschijnlijk weer tegen de spiegel: ‘Jeetje Tinus, wat zie je eruit. Zeker weer laat geworden? Nou hup, aan het werk. Want anders wordt het natuurlijk nooit wat met die rijkdom en dat succes.’
Dat zit er gewoon ingebakken. Ik heb het al zo vaak herhaald.