Aangeboren. Niets aan te doen
En altijd blij als ik weer een goed excuus heb om me eraan over te geven
Laatst ging het er op Facebook, in de reacties op mijn stukje, over dat je je af en toe kind moet blijven voelen. Omdat je dan kunt genieten van kleine dingen. En je blijft verwonderen. En een beetje blijft spelen. Schijnt heel goed voor een mens te zijn. Maar of mijn aangeboren – en nooit meer te genezen – afwijking er iets mee te maken heeft? Kweenie.
Best gek, misschien. Maar ik heb dus een eigenaardige afwijking. Ik ben gek op pluchen beestjes. Niet allemaal hoor, maar wel als ze je heel erg lief en een klein beetje zielig/onschuldig aankijken. Of als ze een geluidje maken als je ergens op hun pootje of buikje duwt. Zo schattig. En als ze dan nog een beetje lekker zacht aanvoelen… dan ben ik verkocht. Sleep ik weer de hele dag zo’n beestje mee.
Daarom ben ik ook altijd zo blij als er zich een zwangere in de buurt aandient. Kan ik zomaar weer ongegeneerd zo’n hondje, beertje, zwijntje, zeehondje of wat dan ook redden uit de winkel en een fijn huis geven. Ik was ook zo blij dat mijn moeder dezelfde afwijking had. Overal liep ik wel tegen iets aan dat mee moest. En nog steeds. Vaak kocht ik er een heleboel tegelijk. ‘Voor de zekerheid alvast’. En die hebben echt allemaal een goed tehuis gevonden.
Niet alles geef ik weg hoor. Ik krijg ze ook. Zo heb ik al Steiffberen, een beertje Paddington, een kangoeroe die ‘Waltzing Mathilda’ zingt en van een lezeres overzee – en trouwens ook van m’n moeder – een aantal koalaatjes uit Australië. En vrienden namen uit Litouwen een zingende, rode kater mee. Belachelijk kinderachtig natuurlijk en ik weet ook niet meer waar ik ze moet bergen, want de boot is hartstikke vol. Toch is er laatst nog weer eentje bij gekomen. Die MOEST echt bij mij wonen… vond m’n zus. Eentje uit Ouwehands Dierenpark, genaamd Xing Ya.
Door Franska
Fotografie portret: Esmee Franken. Visagie: Linda van Ieperen. Haarstylist: Mandy Huijs.