Aan- af- en bijvallen

Er zijn beroepsgroepen waarin ze elkaar nooit tegenspreken. Zo doen er verhalen de ronde dat artsen elkaar nooit zullen afvallen.

 

 

En nou moet ik toegeven dat ik deze stelling vooral vaak beweerd hoor worden door mensen die zelf wel weten wat ze mankeren, en daarmee “op route” gaan langs verschillende ziekenhuizen. Net zolang tot ze te horen krijgen wat ze willen horen.

 

Maar ook als arts nummer zeven dan na twaalf jaar iets vindt, zal hij nooit zijn eerdere collega’s afvallen, zeggen ze dan. De arts begrijpt dan wel hoe anderen tot die eerdere diagnoses kwamen, en als hij dan probeert uit te leggen dat het óók nog zo kan zijn dat er tijdens de jarenlange zoektocht een aantal zaken zijn veranderd, verergerd of genezen, dan wordt er allang niet meer geluisterd door de patiënt die eindelijk gehoord heeft wat hij graag wilde horen. En die zes eerdere artsen hebben elkaar gewoon jarenlang de hand boven het hoofd gehouden. ‘Echt hoor!’

 

Maar er zijn ook beroepsgroepen waar dat heel anders gaat.

 

Heb je weleens een klusser in huis gehad? Nou, dan weet je wat ik bedoel. Die houden elkaar nooit de hand boven het hoofd.

 

‘Wie heeft dit in godsnaam in elkaar gezet?’

 

‘Nou, ehhh… Jansen en Co, geloof ik.’

 

‘O, jaaaa… daar ben ik al meer rotzooi van tegengekomen. Hoe bedenken ze het, om het op die manier in elkaar te flansen? En dan ook nog met deze materialen! Och, och, och. Maar ik repareer het wel voor u, hoor. Ik maak het weer piekfijn in orde, en dat kost dan…’ En dan volgt een immens bedrag.

 

En toch zit me dat dan niet lekker. Jansen had namelijk ongeveer dezelfde tekst gebruikt, maar dan drie jaar eerder.

 

‘Sjonge, jonge… wie doet nou zoiets? Dit is vast nog gebouwd in het jaar kruik. Want deze materialen mag je allang niet meer combineren, en zeker niet onder deze omstandigheden. Maar ik repareer het wel voor u hoor, mevrouwtje. Ik maak het weer helemaal in orde, en dat kost dan…’  En toen volgde ook al een immens bedrag.

 

Maar ja, om nou bij elke loodgieter of dakdekker een second opinion te vragen, is ook zo wat. Ik heb er zelf geen verstand van, en weet dus ook niet wat ik wil horen. Of… nou ja… bij dat bedrag heb ik wel een idee, maar zolang er naast de tegenwoordig verplichte ziektekostenverzekering nog geen verplichte kluskostenverzekering bestaat, blijft mijn eigen risico gewoon totaal mijn eigen risico. En dat kan ik zelf niet verhogen, noch verlagen, dus tot die tijd neem ik maar aan dat iedereen die de klus klaart dat doet met de inzichten van nu. En omdat ik er – net als bij de medische klussers – zelf geen verstand van heb, zal ik erop moeten vertrouwen dat ze de juiste diagnose stellen, en dat met de juiste materialen, op de juiste wijze, repareren.

 

Hoewel het bij de amateurklussers vaak op dezelfde manier verloopt als bij de professionals hoor. Of misschien nog wel erger.

 

Ik ben een keer binnengevallen bij vrienden die ons oude huis hadden gekocht. Ze waren er met familie en kennissen druk aan het verbouwen, toen ik even een kijkje kwam nemen in ons oude stulpje.

 

‘Djeeezzz, moet je dit zien,’ riep een van de klussers toen tegen me. ‘Wie legt die stroomkabels nou op deze manier aan in een woonhuis?’

 

‘Nou, wij dus,’ riep ik toen. ‘Ik ben namelijk de vorige eigenaar.’

 

En het was best leuk om te zien hoe zijn collega-klussers hem toen ijskoud lieten vallen en keihard uitlachten.

 

 

 

Door: Tineke

Tineke is schrijfster van de boeken “Toch?” en “Stof Genoeg” en ze blogt ook zo nu en dan. Ze woont op het platteland met één (leuke) man, twee (lieve) kinderen, drie (onbespeelde) muziekinstrumenten, vier (wisselende) mantelzorgprojecten, een (bijna) vijfde boek, haar zesde (luie) kat, en (dus) ongeveer zeven muizen.

Afbeelding van Tineke