Wieke heeft andere prioriteiten
Prioriteiten stellen! Dat neem ik me voor, als Man en ik ons rommelige huis te lijf gaan. We knijpen hem inmiddels als ouwe dieven voor de fotograaf en de makelaar. Zij komt mee, heeft ze gezegd.
Op het terrasje, bij de zandbak voor de kleinkinderen, staat een bak met duplo en zanderig speelgoed. Gietertjes, auto’s, een trein, etc. ‘Pak meteen aan wat je hand vindt om te doen’, zei mijn moeder altijd. Dat gaf me toen de irritatiekriebels, maar ze had, bij nader inzien, een punt. Terwijl ik die duplostenen schoonspoel, realiseer ik me dat ik nooit had gedacht dit wéér te moeten doen, nadat onze kinderen kleuter-af waren. Ik heb vroeger uitgerekend dat ik zo vaak legosteentjes (nog veel kleiner dan duplo) had staan reinigen, dat ik in die tijd (tien dagen) gemakkelijk een week naar New York had gekund, arbeidsloon meegeteld.
Man en ik hebben verschillende opvattingen als het gaat om prioriteiten. Ik vind een badkamer oké als hij schoon is. Hij niet. ‘Die flessen, emmers, waspoeder, alles moet weg!’ zegt hij streng. ‘Flauwekul’, denk ik bij mezelf en laat alles staan. Dit is een huis waarin geleefd wordt. ‘De strijkplank moet uit het zicht’, roept hij. Mensen die een huis kopen strijken toch ook weleens? Wat een vette onzin. In de woonkamer liggen onder de glazen tafel minstens tien wonderschone dikke fotoboeken van elk twee kilo. ‘Weg!’ sommeert Man. ‘Waarheen dan?’ snauw ik. We mochten één kamer als stortplaats gebruiken van de makelaar, omdat die niet op de foto hoeft. Daar is het al zo vol, dat er geen potlood meer bij kan. Ik (zei de gek) sjouw toch die fotoboeken uit het zicht.
We zijn uitgeput als de makelaar en de fotograaf aanbellen. ‘Goh, wat een werk hebben jullie al verricht!’ prijst de makelaar ons. Maar dan gaat ze een rondje lopen met de fotograaf. Tijdens dit rondje hoor ik dat de flessen, emmers, waspoeder, strijkplank en nog veel meer, weg weg weg moeten. ‘Dat toilet,’ wijst de makelaar, ‘komt niet op de foto. Zet daar die wasmand, pedaalemmers en strijkplank maar neer.’ We proppen nog veel meer zaken in dat toilet. Aanstampen en deur dicht. Volgende kamer. Voor specifieke doorkijkjes moeten er lampen, telefoons en snoeren weg. Waar vind je een makelaar die zelf meehelpt met opruimen? Ik hou nu al van haar.
Het regent pijpenstelen, dus de tuin wordt later gefotografeerd. We zijn er nog niet van af, maar het ergste is achter de rug. Als het genadeloze wegwegwegteam de deur uit is, zitten wij gevloerd in de kamer. Niet in staat nog een vin te verroeren. We kijken om ons heen. Zo intens keurig is het nog nooit geweest. Dan gaat de bel. ‘Wie het ook is, laat ze opsodemieteren’, waarschuw ik Man, die naar de deur loopt. Helaas. Het is de man die de airco komt repareren. We wachten al weken op hem. Hij gaat aan de knutsel en dan horen we boven een oorverdovend lawaai. Valt hij van de trap?? O jee, hij moest naar het toilet en heeft de strijkplank, de emmers, een lamp en wasmanden over zich heen gekregen toen hij de deur opendeed. Hopelijk heeft hij het van de schrik niet in zijn broek gedaan. ‘Ik durfde niet op die andere wc,’ stamelt hij, ‘die zag er zo schoon uit!’ Goed. De airco doet het weer, de man heeft een buil op zijn hoofd, maar koffie en een appelpunt doen wonderen. Man maakt foto’s en appt ze naar de kinderen, die niet weten wat ze zien. ‘Net een hotellobby’, krijgen we te horen. Klopt. Nou nog een ober die komt vragen wat we willen eten.