26 dingen die ik liever doe dan mijn belastingaangifte

 

Heel fijn al die handige checklists, maar ik laat me liever harsen door de stagiaire.

 

Beste mensen van de Belastingdienst,

 

Ik kreeg zo’n brief van jullie, waarin staat dat ik mijn belastingaangifte voor 2019 moet doen. Ik weet dat het moet – en liefst voor 1 mei – en ik weet ook dat jullie het allemaal heel makkelijk maken met vooraf ingevulde formulieren. En dat jullie checklists op jullie website hebben staan waarin staat wat ik allemaal precies moet doen. En dat jullie handige stappenplannen geven. En advies. En telefoonnummers voor als je het niet meer ziet zitten. Maar er zijn nog steeds minstens 27 dingen die ik liever zou doen dan mijn belastingaangifte invullen.

 

Want om mijn belastingaangifte in te vullen, moet ik nog steeds die stapel papier op mijn bureau in de ogen kijken, en dat durf ik niet.

 

 

Want daar zitten dingen tussen die ik niet begrijp, of althans niet helemaal. Die vragen oproepen waarvoor ik moet inloggen met DigiD-wachtwoorden waarvan ik niet helemaal zeker weet of ze nog wel kloppen. Of waarvoor ik in mijn bankgegevens moet kijken, waar ik vervolgens de weg in kwijt raak. En dat ik dan moet checken welke posten aftrekbaar zijn, en dat die informatie me dan vaag bekend voorkomt van vorig jaar maar ook weer niet helemaal, zodat ik denk ‘ja, hallo, als ik accountant had willen worden, dan was ik wel accountant geworden’. En dat ik dan alle tabs op mijn computer weer dichtklap en koffie ga zetten. 

 

Dus in plaats van mijn belastingaangifte invullen, zou ik liever:

 

1. Een lang gesprek aanknopen met mijn oom Theo over de jeugd van tegenwoordig en wiens schuld het is dat er een gat in de ozonlaag zit.

 

2.      Naar experimentele jazz luisteren, ook al word ik na de eerste vijf minuten gillen chagrijnig en soms zelfs een beetje agressief van experimentele jazz.

 

3.      Mijn wasdroger inruilen voor een föhn en een rekje dat je aan de verwarming kunt hangen.

 

4.      Nog een jaar elke zaterdagochtend om 8 uur ’s ochtends in de kantine van het zwembad gaan zitten wachten tot mijn kind diploma A heeft. Zelfs als dat betekent dat ik in een haag van naar hun kind zwaaiende mede-ouders verplicht moet meeluisteren naar gesprekken over dakkoffers en lease-Peugeots.

 

5.      Ansjovis eten, en ik houd niet van ansjovis.

 

6.      Mijn brugpieperkind alle vakken voor de hele toetsweek overhoren, inclusief natuurkunde.

 

7.      Een Brazilian wax krijgen van de stagiaire in de schoonheidssalon.

 

8.      Mijn moeder via de telefoon uitleggen hoe ze haar router opnieuw moet opstarten.

 

9.      Leenschoenen van de bowlingbaan aandoen. Zonder sokken.

 

10.      Spin uit mijn panty halen.

 

11.   Worden gedwongen mee te doen aan een rollenspel tijdens een cursus waar ik sowieso al geen zin in had. 

 

12.      Naar Celine Dion luisteren.

 

13.      Mijn tong snijden bij het dichtlikken van een envelop.

 

14.      Mijn haar laten knippen door mijn buurjongetje van vijf.

 

15.      Nooit meer dat deuntje van de Carnaval Festival-attractie in de Efteling uit mijn hoofd krijgen.

 

16.      Hongaars leren.

 

17.      Naast iemand in de trein zitten die een boterham met pindakaas eet.

 

18.      De rest van mijn leven verplicht lichtblauwe oogschaduw dragen.

 

19.      Zoenen met Mark Rutte.

 

20.   Een teennagel net iets te kort afknippen.

 

21.   De software van mijn computer updaten inclusief de kleine lettertjes lezen.

 

22.   De oven schoonmaken.

 

23.   Een marathon rennen zonder sport-bh.

 

24.   Per ongeluk sinaasappelsap drinken nadat ik mijn tanden heb gepoetst.

 

25.   Een hele middag ‘Ik zie ik zie wat jij niet ziet’ spelen met een kind van twee.

 

26.   Het restje hachee van vorige week opeten, hoewel ik niet helemaal zeker weet of het nog wel kan.

 

 

Ik kan nog wel een poosje doorgaan, maar er ligt een blauwe envelop beschuldigend naar me te kijken. Ik geloof dat ik even flink moet zijn…

 

Door: Rachel Lancashire

Rachel Lancashire is redactiemanager en tekstschrijver. Ze woont met een heel lange Engelsman, een zoon, een dochter en de gezusters cavia (en ’s zomers vaak met een heleboel fruitvliegjes) in een iets te klein huis in een middelgrote binnenstad.

Fotografie: Esmée Franken. Visagie: Charlotte van Gulik, Haar: Isabella Greuter

Afbeelding van Rachel Lancashire