HELP! MIJN MAN RUIMT OP!

Gepensioneerde mannen zijn niet te houden. Die van Wieke dan.

 

Zomaar een donderdagochtend. Ben ik net columns aan het bedenken, komt man mijn kamer binnen denderen: ‘Je moet NU naar die vijftig mandjes komen kijken die ik in het tuinhuis heb gevonden. Anders gooi ik ze NU weg. Krankzinnig om die allemaal te bewaren.’  Ik vind dat dit best kan, want waarom heb je anders een tuinhuis? En ik wil niet NU naar die mandjes kijken, want ik weet precies hoe het gaat als ik dat wél doe. Dan houdt hij me de hele ochtend bezig met nog meer stomme dingen. Ik geef het toe, ik heb veel  mandjes. Meestal heb ik veel van alles wat ik wil bewaren.

 

 

Als ik tóch naar die mandjes ga kijken (ik ben zo’n watje, jongens, jullie willen het gewoon niet weten), bedenk ik dat dit huisje de droom van menige Zambiaan zou zijn. En vroeger van mezelf. Ik wilde altijd zo graag een eigen huisje in de tuin. Daar wilde ik wonen en dan nooit meer last van mijn ouders hebben (12-jarige puber).  Bij nader inzien ligt er veel in het tuinhuis waarvan zelfs ik de noodzaak van het wegdoen inzie. Zakjes met verdroogde bollen. Ongelogen: wel driehonderd plastic potjes waar ooit planten in zaten. Alles wat in de tuin in de weg lag, flikkerde ik altijd daar naar binnen. Deur dicht, dus wie had er last van? Nou, man dus. Die heeft er ineens moeite mee. Gepensioneerd hè? Dan krijg je dat.

 

Terwijl we er dingen uitgooien, verzin ik hoe je dit huisje gezellig zou kunnen maken voor de kleinkinderen. ‘Mooi niet,’ protesteert man, ‘dit is voor het tuingereedschap, en waarom koop jij steeds nieuwe plantenschepjes?’ Omdat ik ze kwijt was denk ik, weet ik veel? We hebben er vijf. Of ik weet waar de buxusschaar is? Uh…in Zambia. Bij Simon, onze tuinman. ‘Die heeft nog nooit van buxus gehoord!’ denkt man. Nee, maar wat maakt dat uit? Dan knipt hij er toch andere dingen mee af? Onzinnige discussies voeren we hier. 

 

Ik vecht me bijna dood om een paar mandjes te mogen houden. Die heb ik nodig omdat ik een hartstochtelijk bloemstukkenmaakster ben. Al het gereedschap hangt nu aan de wand van het huisje. Heel overzichtelijk. Mij benieuwen wanneer het wéér een puinhoop is. En o help! Nu gaat hij aan de bijkeuken beginnen!

 

Door Wieke Biesheuvel

 

Wieke Biesheuvel werkte en woonde zes jaar in Zambia, is nu voorgoed terug en probeert het Nederlandse leven weer onder de knie te krijgen. Waarbij ze beurtelings verbaasd, boos, dolgelukkig, verward of blij is.