Zo vindt niemand mij

 

Blijf onder de radar van de camera’s. Vertoon je niet daar waar ze hangen. En dat is bijna overal. 

 

 

Waar ik heel graag naar kijk, als wij ’s avonds bankhangen? Hunted… Hoe mensen uit handen moeten blijven van een briljant opsporingsteam. Ik vind dat zó spannend, dat ik me er, al kijkende, hartstochtelijk en hardop mee bemoei: ‘Doe niet zo achterlijk gast, je gaat toch niet midden op straat je vrouw bellen?’ Of ‘Slim om dat opsporingsteam een beetje te gaan zitten uitdagen terwijl het net zo goed ging. Tuttebellen!’ Maar wat zou ik graag zelf meedoen. Ik denk dat ik hoge ogen zou gooien bij dit spel. Het komt best realistisch over. Wat ik niet wist, is dat ze er pijlsnel achter zijn waar jij in een geleende auto rijdt. Of hoe ze weten dat je geld hebt gepind, of waar een ander dat voor je heeft gedaan en waar die ander woont, ook al heeft deze persoon een masker op. Ze zien je op bewakingscamera’s die overal hangen. Grote Broer Let Op Jou.

 

Blijf onder de radar van de camera’s. Vertoon je niet daar waar ze hangen. En dat is bijna overal.  Eigenlijk moet je 500 uur (zo lang moet je uit handen van het team blijven) op één plek blijven zitten en daar niet weggaan, tenzij je ineens onbedaarlijke kiespijn krijgt. Waar zou ik gaan zitten? Ik kan het best verklappen, want ze vragen mij toch niet om mee te doen en als ze dat wel doen (kom maar kom maar kom maar), dan verzin ik iets anders. Ik zou gewoon thuisblijven. In de kelder. Die zou ik eerst bevoorraden met boeken, wijn, water en eten voor 500 uur. Geen telefoon, geen televisie, je vooral niet op facebook vertonen, gewoon je gedeisd houden. Maar voor de film is een kelder natuurlijk niet spectaculair. Ze willen vast dat je je in spannende situaties begeeft. Daarom zou ik een vriendin in de kleren die ik bij de start aanhad, de weg opsturen naar Rottumerplaat. Capuchon op, sjaal om. Nog wel even een dingetje hoe ik eerst veilig in mijn eigen kelder terecht moet komen. Maar dat lukt. Geheid. Zo leuk als mijn vriendin dan wordt aangehouden bij de veerboot: haha, hebbes! En dan zij: ‘Na na na na na, stelletje amateurs! Ze is op weg naar Zambia, woehaha!’

 

En als ik zelf niet mag meedoen, dan bied ik aan om voortvluchtigen te helpen (hup, naar mijn kelder jongens!) en vervolgens zal ik talentvol liegen tegen het opsporingsteam: ‘Ik??? Ik ga toch niet aan zo’n kinderachtig programma meedoen, van mijn erf af! Anders geef ik jullie aan!’ Vanuit die kelder krijgen wij de vluchtelingen wel stiekem weg. Wij weten supergeheime plekjes waarvan je nooit zou vermoeden dat er ook maar iemand op het idee zou komen om zich daar te verstoppen. Mij benieuwen wanneer ze me bellen.

 

Door: Wieke Biesheuvel

Wieke Biesheuvel werkte en woonde zes jaar in Zambia, is nu voorgoed terug en probeert het Nederlandse leven weer onder de knie te krijgen. Waarbij ze beurtelings verbaasd, boos, dolgelukkig, verward of blij is.

Afbeelding van Wieke Biesheuvel