Wieke’s wespensteek
En ze is allergisch! Waar is die Epipen?!
Hup, de tuin in, op de laatste warme dag van de maand. Leuk: de gebloemde bermuda die ik vier kilo geleden niet meer paste, glijdt nu om me heen. Dat die dikke knieën eronder niet charmant staan boeit me niet, omdat er toch niemand kijkt. En al keken ze wel. Goed voor een opperbeste stemming. Ik ga voor het grove werk: klimop verwijderen tussen een mooie bodembedekker, die de pest heeft aan klimop. Vervelende mee-eters. Ik ben al lekker vies. Rouwranden, zwarte voeten in teenslippers en als ik die zie, denk ik (en dat denk ik al maanden): ik moet er weer eens mee in een voetbad en die nagels lakken.
Ik ruk meterslange slierten klimop uit de grond. En dan… prik… au. Een wesp! Ik heb het holletje geraakt waarin ze zich schuil houden en dat pikken ze niet. Ik vlieg naar binnen en vraag man of hij op mijn schouder wil kijken. Ja, geprikt. En ik ben allergisch voor wespensteken. Hij bijt in mijn schouder en zuigt het prikgat uit. Onder andere omstandigheden zou dat romantisch kunnen zijn. ‘Wáár is je EpiPen?’ Ik haal alles overhoop. Geen EpiPen. Man duwt me de deur uit naar de huisarts, die goddank om de hoek zit. En hij is boos. Vanwege de spoorloze EpiPen. Bij de huisarts staat een man langdradig te zeuren en ik spring er toch maar tussen. De assistente vliegt op, naar de huisarts. We hebben er twee, en dokter M. is van het doorpakken. Hop, adrenaline erin. En nog drie dingen. ‘In je bil, gelukkig heb je er twee’, vindt ze. Ik sta te trillen van de stress, maar ik ben op tijd, verzekert ze me. Ineens zie ik hoe vies ik eruitzie. Vinden ze niet erg. Mijn bloeddruk wordt gemeten en dan moet ik twintig minuten blijven zitten, onder toezicht van één van mijn buurvrouwen die hier doktersassistente is. Dan wordt het toch nog gezellig, zeker als man komt kijken of ik nog leef. Hij is ook in de lappenmand, dus even snel meegaan zat er niet in.
Als mijn bloeddruk weer oké is, mogen we naar huis. ’s Avonds wordt de nieuwe EpiPen bezorgd. Dat ding kost ruim honderd euro, terwijl een shot adrenaline twee cent kost. ‘Maar,’ zei huisarts M., ‘ik zie jou niet relaxt het halsje van die spuit verwijderen; een EpiPen duw je op je been en dan is het klaar.’ Heeft ze gelijk in. Thuis val ik in slaap. Zomaar twee uur van deze mooie dag verprutst in bed. Maar ik leef nog! Met nieuwe EpiPen. Ik heb ‘m onder toezicht ergens moeten neerleggen van man. Natuurlijk vond ik na al dit gedoe de oude. Eén troost: het ding was een jaar over de datum. En nu mijn voetbad!
Door: Wieke Biesheuvel
Wieke Biesheuvel werkte en woonde zes jaar in Zambia, is nu voorgoed terug en probeert het Nederlandse leven weer onder de knie te krijgen. Waarbij ze beurtelings verbaasd, boos, dolgelukkig, verward of blij is.