Tineke is tevreden

Er is wat consternatie op de oprit van haar huis, maar daar is ze maar mooi vanaf. 

 

Terwijl ik onder begeleiding van koffiezetgeluiden door het keukenraam naar buiten staar, zie ik wat consternatie op de oprit van ons huis. Vlakbij de weg staat een groepje mensen druk te doen en het lijkt of er iets aan de hand is. Zal wel weer iets met een kind zijn, denk ik tevreden.

 

Tevreden ja, want ik ben me zó bewust van het feit dat ik daarmee klaar ben. Klaar met opvoeden, bijscholen, begeleiden, voorlezen, uitleggen, najagen, opruimen en schoonmaken. Het zit erop voor ons. De jongste studeert volgende maand af voor haar tweede master en gaat daarna de wijde wereld in. En dat lege-nestsyndroom? Ik denk niet dat ik daar last van ga krijgen. Sterker nog: ik ga me kostelijk vermaken met het geld dat ik ga overhouden, en met de tijd en de ruimte die overblijft ook. Ik ga me straks drie keer per dag te goed doen aan de blik van de lege wasmand, de strijkplank inklappen en uit het zicht zetten, en me niet meer bij alles wat ik bedenk afvragen of het schadelijk zou kunnen zijn voor de kinderen. Heerlijk! En ik ga ook nooit meer ’s nachts wakker liggen en me afvragen waarom ze nog niet thuis zijn. Denk ik…

 

Bij de eerste die het huis uit ging vond ik dat verdrietig en bij de laatste kijk ik er stiekem een beetje naar uit. Ik heb mijn kinderen alles meegegeven wat nodig is om een leuk leven te leiden en wat ze er nu mee doen is aan henzelf! Ik heb ze voorgedaan hoe je met geld kunt omgaan, geleerd beleefd te zijn, opleidingskansen geboden, uitgelegd wat drugs doen, vervelende zaken afgeleerd, handige dingen aangeleerd, fouten laten maken, omarmd, terechtgewezen, kansen gegeven, betutteld, zich laten schamen, laten zuchten, lachen, huilen, meedenken en proberen. Alle dingen die je als ouder verplicht bent te bieden, heb ik ze geboden.

 

En natuurlijk ga ik ook dingen missen. Mijn immer vrolijke dochter, waarmee je altijd pret hebt, spontaan kunt gaan shoppen of een bioscoopje kunt pakken, is straks niet meer elk weekend thuis. Maar mijn loeisterke zoon, die me kon helpen mijn auto te repareren of een boom om te zagen, is al wat langer de deur uit, en ook dáár heb ik oplossingen voor gevonden. Dus ach…

 

 

 

 Het komt wel goed, denk ik dus als ik mijn koffie pak en weer naar buiten kijk. Ik heb mijn lieve kleine meisje goed weerbaar gemaakt en haar volgepropt met kennis en inzicht. Haar als laatste loslaten moet me dus lukken, zeg ik hardop tegen mezelf terwijl ik ondertussen de groep mensen bij de brievenbus zie groeien. (Ja, hardop tegen jezelf praten schijnt te helpen bij het loslaten en het wennen aan een leeg huis. Dus dat doe ik dan maar…)

 

Maar dan komt er iemand aan de voordeur! Of ik even mee kan komen, want er is iets met onze brievenbus. Hmm, zoiets dacht ik al, ja.

 

En ja hoor! Daar aangekomen tref ik onze slimme, en goed op de wereld voorbereide dochter die zich in een uiterst benarde situatie bevindt. Ze dacht dat ze zonder sleutels de post uit de brievenbus kon halen en zit nu met haar hand vast in de gleuf. Really?… Zucht…

 

Door: Tineke

 

Tineke is schrijfster van de boeken “Toch?” en “Stof Genoeg” en ze blogt ook zo nu en dan. Ze woont op het platteland met één (leuke) man, twee (lieve) kinderen, drie (onbespeelde) muziekinstrumenten, vier (wisselende) mantelzorgprojecten, een (bijna) vijfde boek, haar zesde (luie) kat, en (dus) ongeveer zeven muizen.