en route en france

Tineke stopt zo’n beetje bij elk bloemenperkje of brocante-bordje

 

Ik ben ‘en route en France’ en speur daar naar mooie dingen. Mooie plekken voor een reisartikel, mooie bloemen voor foto’s en mooie spullen voor in huis. Dat zijn zo van die korte onderbrekingen die het werkzame leven net wat aangenamer maken. Zeker/zelfs als je moe bent.

 

Ik stop dan zo’n beetje bij elke met bloembollen bezaaide rotonde, bij ieder bord waar ‘brocante’ op staat, en bij alle idyllische (of juist extreme) slaapplaatsen drink ik thee, schiet ik wat foto’s, en rij dan weer door.

 

Of ik drink er wijn, kijk wat rond, en blijf meteen maar slapen.

 

Zo ook in dit ‘merde-chique’ hotel.

 

Bij binnenkomst wordt er diep gebogen en neemt de piccolo alvast mijn koffer over. Piccolo? denk ik nog. Dat is toch Italiaans en niet Frans? En hij is bepaald niet ‘piccolo’ ook, deze drager van mijn lasten. Hij is juist groot! En mooi! Hij voldoet dus zeker aan mijn eisen op deze zoektocht naar mooie dingen, maar ik heb toch vaag het vermoeden dat ik hem niet in mijn kofferbak ga krijgen, noch op de foto mag zetten.

 

Hmm, misschien dan wel geschikt voor een stukje? denk ik nog. Of een hoofdstuk in een boek! Ik neem hem dus goed in me op en verzin de rest er alvast bij, terwijl hij me keurig afzet bij mijn kamer.

 

‘Iekwiljou ruukmaseren terwiljou ien un badvan chcoladeliekt,’ denk ik hem te horen zeggen. Maar het zal wel iets anders geweest zijn.

 

‘It is going to wine,’ zegt hij ook nog.

 

‘Wijn??’ denk ik. En ik ben al om hoor!

 

Maar pas later begrijp ik dat ik echt moe ben en dat hij na mijn afwezige blik probeerde te duiden wat hij al eerder gezegd had, en dat zijn ‘plu’ dus niet plus (méér wijn) betekent, maar regen.

 

Hij pleurde mijn koffer dus gewoon op mijn kamer en weg was ‘ie weer.

 

 

Je moet ook niet in elkaars talen gaan zitten wroeten. Ik weet nog dat ik bij een Franstalig bedrijf werkte en daar iemand van Disneyland aan de lijn kreeg die het steeds maar over de schoonheid van onze producten in ‘Mol Haus’ had. En dat hij Mulhouse bedoelde, wat de Fransen dan weer uitspreken als Moeloeze, dat duurde bij mij best een tijdje.

 

Net zoals ik in dit hotel de volgende ochtend iets te laat doorhad dat ‘oeufs crus’ niet heel speciale eieren waren waar ik een leuk artikel aan kon wijden, maar gewoon rauwe eieren zijn die je zelf nog moet koken.

 

Gelukkig dat die leuke piccolo niet in het restaurant mocht komen en me niet kon zien met die bende op mijn bord. Vive la France, hoor! Maar die taal…

 

Door Tineke

 

Tineke is schrijfster van de boeken “Toch?” en “Stof Genoeg” en ze blogt ook zo nu en dan. Ze woont op het platteland met één (leuke) man, twee (lieve) kinderen, drie (onbespeelde) muziekinstrumenten, vier (wisselende) mantelzorgprojecten, een (bijna) vijfde boek, haar zesde (luie) kat, en (dus) ongeveer zeven muizen.