Voor juf Marijke

Bij jou moest ik zijn. Dat was zo’n beetje het eerste dat ik hoorde toen ik voet in Haarlem zette.

 

Je had alle kinderen van het Wilhelminapark al onder je rokken gehad, dus wie weet had ik een streepje voor. Maar mijn best moest ik natuurlijk wel doen, zo gaat dat nou eenmaal in het leven. Het verhaal ging dat jij als enige juf je kinderen mocht kiezen. Vanwege die ouders die stonden te dringen bij je poort. Jij ontkent dat. Ik blijf het betwijfelen.

 

Wij willen allemaal bij dat ene gestructureerde klasje horen. Dat klasje van “Goedemorgen, juf Marijke van Roon”, dat klasje dat wel netjes hand in hand loopt van de Sint Bavo terug naar school op Kerstavond, dat klasje van jongetje-meisje-jongetje-meisje, dat klasje waar de juf in haar hele loopbaan (en die is indrukwekkend lang) maar één keer een dagje ziek is geweest. En dat was ook nog eens omdat je een voedselvergiftiging had en je echt geen keus had.

 

Lieve, lieve juf. Nu even over ons.

 

De eerste blik. Jij stak over ‘bij Jos’ want je maakte een uitje met de bus, meen ik. Ik liet jullie voor. Geduldig natuurlijk, en begripvol. Want daar was jij. De Juf. De juf waarbij ik in het gevlei moest zien te komen. De juf die de hoop zou zijn in mijn bange moederdagen. Dus ik wachtte, en toen ik je blik ving, knikte ik op mijn allervriendelijkst.

 

Het lukte. Onze Flo kwam bij jou.

 

Korter dan gehoopt. Met halve dagen en roze velletjes die we uitdeelden aan de ouders om te vertellen dat Flo anders bleek.

 

Daarna Belize. Dat ging een stuk soepeler. En inmiddels waren wij ook in het gareel. Fruit op woensdag, boek op woensdag. Dat ik me daar ooit druk om had gemaakt. En oh ja, niet kletsen in de klas natuurlijk.

 

Nu was daar onze kleine Igoné. Ze kent jouw wetten perfect. “Deze jurk moet op donderdag aan, want dan heb ik gym en deze rits gaat makkelijk.” ”Mama, dat mág niet van juffie.” En ook “Juffie vindt het heel schattig als wij zo klappen”.

 

Nu gaan we verder. Zonder jou.

 

Die eerste blik. Je duidelijke nee-schudden na die allereerste dag, je zachte armen na die roze velletjes, onze tranen samen in de kring na dat stomme gesprek, je rechte rug en je duidelijke stem toen je herinneringen ophaalde aan je ouders op Driehuis, en ook je harde huil (“Mama, juffie moet echt heel hard huilen”), je beker koffie en je schoot waar altijd een kind op past dat het even nodig heeft.

 

 

 

Nooit meer “Goedemorgen-juf-Marijke-van-Roon-van-de-Bos-en-Vaart-School-uit-Haarlem-Florapark-14”, nooit meer “Zal ik de deur anders even dicht doen?” nooit meer met een emmertje naar de lerarenkamer om de tafeltjes af te nemen, nooit meer buitenom (buítenom) de kring naar onze kinderen lopen voor een laatste kusje.

 

Maar mag ik nog wel af en toe even komen kijken naar de klok boven de deur? Naar onze lieve Flo die daar bij het cijfer 1 (de enig mogelijke positie natuurlijk, waarvoor dank) pronkt? En mag ik dan even stiekem luisteren naar de verse kleutertjes die hun riedel zingen? Eventueel vergezeld door handbewegingen en ingestudeerde stoeldansjes? En mag ik dan misschien op een bijzondere dag je koffiemok vast vullen? Dan doe ik op de terugweg de deuren voor je dicht.

 

Door: May-Britt Mobach

 

May-Britt Mobach is hoofdredacteur van Amayzine.com, voor Franska.nl schrijft ze over haar bijzondere gezin.

Fotografie: Esmee Franken, visagie: Linda van Iperen, haarstylist: Mandy Huijs