Ik klop op de deur. Te vroeg, natuurlijk. De kinderen zitten in een kring om juffie heen. Mijn meisje twijfelt. Moet ze netjes blijven zitten tot juf zegt dat het oké is, of wint de aantrekkingskracht van de moeder? Dat laatste is het geval. Eerst weifelend, dan huppelend komt mijn meisje naar me toe. Ze pakt het emmertje en mijn hand. Samen de trap op naar de lerarenkamer. “Heel warm water, mama.” En “Zo is het wel genoeg.” En ook: “Nee, er hoeft geen sop in, juffie heeft dat wel.”
De trommeltjes staan op tafel. Juffie draait de deksels van de bekers open. Ik mag op haar stoel zitten en mijn meisje kiest één van de drie boekjes die ik heb voorgelezen. Als ze haar broodje op heeft, kruipt ze op schoot. Haar zitbeenknobbeltjes bewegen van links naar rechts op mijn schoot. Ze mag omslaan en de plaatjes laten zien. En de ijsjes uitdelen, uiteraard. Juf maakt een foto van ons. Omdat het de laatste keer is.
Thuis zit ze aan haar tafeltje. Hoe je lieve schrijft. Ik doe het voor. Hoe je moeder schrijft. Hoe je ‘vinnet’ schrijft. Hoe je…
Na een kwartier komt mijn meisje met een papier. Ik moet in het midden beginnen en lezen met de klok mee. Lieve papa en mama. Ik vind dat jullie goed voor mij zorgen en ik ben blij dat jullie vader en moeder.
Ineens is het tijd om naar groep drie te gaan. Ze is eraan toe en we zullen er nieuwe herinneringen gaan maken.