En zo zit je ineens middenin een natuurramp

Margreet was vorige week in India in Kerala toen zich daar een ramp voltrok. Wat is ze blij weer thuis te zijn.

 

Het is echt nooit m’n bedoeling om risico’s te nemen tijdens de vakantie. Oké, ik ben van de verre reizen en de avontuurlijke bestemmingen, maar ik zoek nooit bewust het gevaar op. Ik heb maar één leven en daar ben ik zuinig op, en op dat van m’n kind nog veel meer. Toch is het meer dan eens voorgekomen dat mijn vakantiebestemming vlak voor of tijdens mijn reis ineens de headlines van het nieuws domineerde, en doorgaans betekent dat: stront aan de knikker. Bomaanslagen (2x), een coup (1x), natuurgeweld (2x) en ander geweld (niet geteld) hebben het thuisfront al meer dan eens de koude rillingen van onrust bezorgd. Mijzelf trouwens ook.

 

Toen ik vorige week in India m’n vakantie rustig wilde beëindigen aan de mooie, rustige stranden van deelstaat Kerala, belandde ik samen met man en kind in het ergste natuurgeweld dat de streek in honderd jaar tijd kwelde, – om maar aan te geven dat ik dus echt niet bewust op zoek ga naar risicogebieden-. Ineens was deze rustige deelstaat het decor van een horrorfilm: honderden doden, honderdduizenden mensen wiens huis onder water kwam te staan of helemaal werd weggespoeld, evenzovele verwoeste oogsten…

 

Eerst voelden we ons ongemakkelijke toeschouwers, per ongeluk beland in een situatie waarin we van geen enkel nut waren, indringers, pottenkijkers, tegen wil en dank. We speelden memory met de jongens van ons guesthouse, die vanwege het vele water niet naar school konden. Door het vocht werden de kaartjes steeds slapper en meer beduimeld. Tussen de plensbuien door liepen we door enkelhoge plassen richting zee om ons samen met de lokale bevolking te verbazen over de woeste golven. Verder zaten we vooral veel op de kleine veranda te kijken hoe plensbuien als brandspuiten de bloempotten in de tuin langzaam onder het water deden verdwijnen. Toen onze vlucht (die rechtstreeks aansloot op onze thuisvlucht) werd gecanceld vanwege een gesloten vliegveld en toen bleek dat dat vliegveld de komende week nog gesloten bleef, sloeg de paniek toe. Van toeschouwer waren we ineens ook slachtoffer, gevangen in het wassende water. De enige optie was een in prijs oplopende vlucht op vijf uur rijden van ons guesthouse, dwars door het getroffen gebied. Een escape die we met twee handen in grote dankbaarheid aanvaardden.

 

 

Toen we met onze koffers en tassen boven ons hoofd door de plassen naar onze gereedstaande taxi waadden, nagewuifd door ons gastgezin, voelde ik me een verrader. Dat gevoel werd nog sterker gedurende de rit over overvolle wegen met tal van ambulances, langs ondergestroomde huizen en oeverloze rivieren. Ik was opnieuw de toeschouwer, die met geld en middelen de mogelijkheid had om dit rampgebied achter me te laten. Ik zou over twee dagen weer in mijn stevige huis met warm, schoon water en een droog bed toeven, dit alles achterlatend als een nare droom. De mensen daar zullen misschien nog wel jaren in deze nachtmerrie leven, totdat ze weer een beetje een bestaan hebben opgebouwd.

 

Nee, als ik de keuze heb, zal ik nooit bewust op zoek gaan naar een vakantie in een rampgebied. Toch denk ik dat een dergelijke ervaring je meer dan wat dan ook doet beseffen hoe enorm bevoorrecht we zijn om het hier, waar wij leven, ons ‘thuis’ te mogen noemen. Mijn geklaag is weer voor een tijdje het zwijgen opgelegd en ik kan alleen maar hopen dat ons thuis altijd zo veilig mag voelen als nu. Ik bid dat de mensen in Kerala dat gevoel ook ooit weer mogen krijgen.

 

Door: Margreet Botter

 

Margreet Botter woont met man en zoon in het midden van Nederland. Ze is al een leven lang bezig zichzelf en de wereld een beetje beter te begrijpen en deelt de lessen die ze opdoet graag met anderen. Al was het, zo zegt ze zelf, alleen om soms te toetsen of ze niet helemaal gek is…