Die rot­schoenen ook!

Elise en haar moeder gaan struikelend door het leven. Maar dat al hun ongelukjes misschien een waarschuwing zijn om het rustiger aan te doen, daar wil haar moeder niet aan.

 

Mijn leven bestaat uit vallen en opstaan. Neem dat letterlijk, ik heb meer blauwe plekken dan al mijn kinderen bij elkaar. Ik rol van stationstrappen, verstap me op stoepjes en zelfs zittend lukt het me om met stoel en al onderuit te gaan. Ik heb dat niet van een vreemde. Op haar vaste oppasdag vindt mijn 75-jarige moeder het geen straf om de rolstoel van mijn gehandicapte zoon te duwen. Zo’n gratis rollator komt prima van pas. En dan nog belandt ze regelmatig in de bosjes omdat ze er achteraan rent alsof ze het nationale bobsleeteam aan moet duwen.

 

We willen te veel en te snel, mijn moeder en ik. Ons hoofd zit op een andere planeet dan onze voeten. Maar dat ons gestruikel misschien een waarschuwing is om het rustiger aan te doen, daar wil mijn moeder niet aan. Het ligt niet aan haar, het ligt aan haar schoenen. Hoeveel rondjes ze in de winkel ook proef loopt, thuis blijkt er steevast iets mis mee. Te laag. Te hoog. Te slap. Te strak. In haar kast prijkt een lange rij miskopen, de neuzen mokkend naar voren. 

 

Zelf ben ik er inmiddels achter dat het dragen van sneakers het percentage valpartijen drastisch verlaagt. Dus heb ik mijn moeder ook een paar aangepraat. Van lichte Nikes wil ze niets weten, ze gaat echt niet met zo’n lelijke witte streep lopen. Het worden chique zwarte leren met een hoge rand.
‘Zijn ze echt niet te jong?’
‘Nee mam.’
‘Het lijken net gehandicaptenschoenen!’
‘Dat is mode.’
‘En wat zijn ze zwáár!’
‘Dan val je tenminste niet.’

 

Hij pakt mijn kleine moeder onder de oksels en zet haar op een muurtje

 

De sneakers blijken een schot in de roos. Ze doet ze niet meer uit. ‘Dit had ik veel eerder moeten doen!’ jubelt ze als ze een week later verend naast me loopt. Ze heeft het nog niet gezegd of, bám, daar ligt ze. Languit op de stoep. Nog voordat ik haar omhoog kan helpen stapt er een boomlange man uit een wagentje van de plantsoendienst. Hij pakt mijn kleine moeder onder de oksels en zet haar op een muurtje. Daar zit ze, als een stoute kleuter, met een gat in haar broek en één gymp waarvan de zijkant is afgeschuurd.
‘Die rotschoenen,’ moppert ze met een van pijn vertrokken gezicht, ‘ze zijn ook veel te zwaar!’.
‘Je hebt gelijk,’ zeg ik.
Zwijgend strompelen we naar huis.

 

 

 Elise van der Velde is freelance copywriter, schrijft een roman en probeert dit alles zo gracieus mogelijk te combineren met haar gezin van vijf. Geen huisdieren, dat moest er nog bijkomen. 

beeld: www.boldsky.com