Wat doe je als Franska je naar Noorwegen stuurt?

Twintig uur duurt de overtocht van Kiel naar Oslo met Color Line. Om die zo plezierig mogelijk te maken is er volop vertier aan boord en zijn er hutten om ’s nachts lekker in te slapen.

 

Wat doe je als Franska je naar Noorwegen stuurt om een verhaal te schrijven over de reis ernaartoe en over het land zelf? Precies. Wat moet dat moet! Je bedenkt je geen moment. Je gaat gewoon. Maar helemaal in mijn eentje? Met niemand om alles wat ik daar ga zien en meemaken te delen? Niemand die meekijkt of de route die de navigatie voor me uitstippelt ook wel de goeie is? Niemand die het stuur af en toe overneemt?  

 

Eén ding staat vast: de overtocht met de ferry wordt verzorgd door rederij Color Line en voert van het Noord-Duitse Kiel naar Oslo. Voor de rest ligt er een wereld voor me open.

 

Ik bel mijn dochter en mijn stiefdochter: ‘Zin in een weekje Noorwegen?’ Precies! Wie zegt daar nou nee tegen? ‘Wanneer gaan we?’

 

De dag na Hemelvaart gaan we. De afvaart staat gepland om 14.00 uur, Amsterdam-Kiel is zo’n 550 kilometer, Color Line wil graag dat we twee uur van tevoren aanwezig zijn, wij houden niet van te laat komen, dus vertrekken we bijtijds en dat is maar goed ook.

 

Want ergens tussen Osnabrück en Bremen moeten we volgens de navigatie een afslag nemen.

 

‘Moeten we er hier af?’

 

‘Ja, blijkbaar.’

 

‘Raar toch?’

 

‘Doen?’

 

‘Ja, dat ding zal de weg toch wel weten?’

 

Het landschap daar is best de moeite waard, daar niet van. Met veel vakwerkboerderijen, kleine dorpjes en enorme rododendrons die op dat moment prachtig in bloei staan. Maar hier afslaan blijkt helemaal nergens op te slaan. Les één: vaar nooit blind op je navigatie. Gelukkig is die twee uur van tevoren aanwezig best ruim genomen. Want tegen de tijd dat we de Color Magic oprijden, is het tegen enen en dan staan we nog best vooraan in de rij ook.

 

 

Twintig uur zal onze overtocht duren en om die zo plezierig mogelijk te maken is er volop vertier aan boord en zijn er hutten met opgemaakte stapelbedden om ’s nachts lekker in te slapen. Onze hut is voor vier personen, met een compacte badkamer, voor ieder een bed en een extra bed waarop we fijn de bagage kwijt kunnen. Geen zee van ruimte dus, maar wel zeezicht en dat hebben lang niet alle hutten. Wij zijn dik tevreden.

Als we onszelf hebben ingecheckt in het à la carte-restaurant, laten de startende motoren het schip lichtjes schudden. Vanaf ons tafeltje aan het raam zien we de haven langzaam kleiner worden. We bestellen een fles wijn en clubsandwiches. Even later fonkelt de Oostzee aan weerszijden van het kielzog zilverwit in de zon. De vriendelijke ober vraagt of we nog iets willen drinken. Waarom niet? Onze vakantie is immers lang en breed begonnen.

 

Aan boord kun je pizza eten in het pizzarestaurant, espresso en cappuccino drinken in de koffiebar, hamburgers eten in de hamburgertent, naar livemuziek luisteren in de bar, een gokje wagen in het casino en cosmetica en kleding en souvenirs shoppen tegen taxfree-tarieven. Bij mooi weer (en dat is het!) is de bar met terras op het dek open. Het schip doorklieft de baren en neemt het leven van alledag langzaam maar zeker met zich mee. Want dat is zoals dat gaat als je op het water bent; je wereld wordt een andere wereld en je zorgen verwaaien in de wind.

 

 

Na de lunch lummelen we wat op het dek, kopen we mascara en lipgloss in de cosmeticashop waar we ook volop geurtjes en crèmes en serums testen, en strijken we tenslotte neer in de bar. De barpianist wordt begeleid door een zangeres. Samen vertolken ze meezing-evergreens. We deinen mee op de cadans van de muziek en het schip. Om straks de slaap te vatten zal geen moeite kosten en laat zullen we het niet maken.

 

 

Het gordijn van de patrijspoort hebben we opengelaten. Het leek ons namelijk zo leuk om meteen bij het ontwaken uit te kijken over het water. Waar we echter even niet op gerekend hadden, is dat de dag zich hier iets vroeger aandient dan in Nederland. Volgens google maps naderen we tegen die tijd het Oslofjord, een meer dan honderd kilometer lange inham in het zuidoosten van Noorwegen. Als de dag écht in de lucht is, tekenen zich aan zowel bak- als stuurboord de eerste Noorse taferelen af. Rotspartijen, grillig en hoog, vaak dichtbegroeid met naaldbomen, hier en daar een eilandje voor de kust, vissers- en zeilboten, hutjes die tegen de hellingen geplakt lijken te zijn. In geel en rood en groen. De lucht is grijs en het water kalm.

 

We eten te gretig van het ontbijtbuffet. Simpelweg omdat er zo veel te proeven valt. Daarna halen we onze bagage op in de hut en begeven we ons naar het autodek. Na zeggen en schrijven één etmaal van huis hebben we het gevoel dat we al dagen onderweg zijn. Oslo bewaren we voor het einde. Eerst zetten we koers naar het uitgestrekte landschap, naar de bergen, naar de sneeuw (echt waar!), de fjorden, de rotsen, de watervallen en de meren.

 

Zodra we Oslo achter ons laten breekt de zon door. Ze zal ons gedurende de hele reis geen dag in de steek laten. Welkom in Noorwegen. We hebben er zin in!

 

 

Door: Brigitte Bormans

 

Brigitte werkte jarenlang als culinair journalist en schreef twee kookboeken. In 2004 werd ze directeur/eigenaar van Erfgoed Logies. Maar zonder schrijven kan ze niet. Gelukkig zag Franska wel iets in haar columns, kwam van het een het ander en mag er nu ook over andere zaken worden geschreven.