Als we onszelf hebben ingecheckt in het à la carte-restaurant, laten de startende motoren het schip lichtjes schudden. Vanaf ons tafeltje aan het raam zien we de haven langzaam kleiner worden. We bestellen een fles wijn en clubsandwiches. Even later fonkelt de Oostzee aan weerszijden van het kielzog zilverwit in de zon. De vriendelijke ober vraagt of we nog iets willen drinken. Waarom niet? Onze vakantie is immers lang en breed begonnen.
Aan boord kun je pizza eten in het pizzarestaurant, espresso en cappuccino drinken in de koffiebar, hamburgers eten in de hamburgertent, naar livemuziek luisteren in de bar, een gokje wagen in het casino en cosmetica en kleding en souvenirs shoppen tegen taxfree-tarieven. Bij mooi weer (en dat is het!) is de bar met terras op het dek open. Het schip doorklieft de baren en neemt het leven van alledag langzaam maar zeker met zich mee. Want dat is zoals dat gaat als je op het water bent; je wereld wordt een andere wereld en je zorgen verwaaien in de wind.
Na de lunch lummelen we wat op het dek, kopen we mascara en lipgloss in de cosmeticashop waar we ook volop geurtjes en crèmes en serums testen, en strijken we tenslotte neer in de bar. De barpianist wordt begeleid door een zangeres. Samen vertolken ze meezing-evergreens. We deinen mee op de cadans van de muziek en het schip. Om straks de slaap te vatten zal geen moeite kosten en laat zullen we het niet maken.
Het gordijn van de patrijspoort hebben we opengelaten. Het leek ons namelijk zo leuk om meteen bij het ontwaken uit te kijken over het water. Waar we echter even niet op gerekend hadden, is dat de dag zich hier iets vroeger aandient dan in Nederland. Volgens google maps naderen we tegen die tijd het Oslofjord, een meer dan honderd kilometer lange inham in het zuidoosten van Noorwegen. Als de dag écht in de lucht is, tekenen zich aan zowel bak- als stuurboord de eerste Noorse taferelen af. Rotspartijen, grillig en hoog, vaak dichtbegroeid met naaldbomen, hier en daar een eilandje voor de kust, vissers- en zeilboten, hutjes die tegen de hellingen geplakt lijken te zijn. In geel en rood en groen. De lucht is grijs en het water kalm.
We eten te gretig van het ontbijtbuffet. Simpelweg omdat er zo veel te proeven valt. Daarna halen we onze bagage op in de hut en begeven we ons naar het autodek. Na zeggen en schrijven één etmaal van huis hebben we het gevoel dat we al dagen onderweg zijn. Oslo bewaren we voor het einde. Eerst zetten we koers naar het uitgestrekte landschap, naar de bergen, naar de sneeuw (echt waar!), de fjorden, de rotsen, de watervallen en de meren.
Zodra we Oslo achter ons laten breekt de zon door. Ze zal ons gedurende de hele reis geen dag in de steek laten. Welkom in Noorwegen. We hebben er zin in!