Hilarisch, herkenbaar en typisch vrouwelijk?

Door erover te praten lost het probleem zich vaak vanzelf op. Zonder dat er ook maar íets is veranderd. Toch?

 

‘Ik zou wel weer eens iets willen doen.’ 

 

 ‘Als in wat?’

 

‘Werk. Een baantje. Voor een paar dagen per week. Het lijkt me fijn om weer eens iets nuttigs te doen, ergens nodig te zijn.’

 

‘Thuis doe je de hele dag niets nuttigs en heeft niemand je nodig?’

 

‘Jawel. Maar het is allemaal wel erg vanzelfsprekend dat ik er ben en dat alles geregeld wordt voor iedereen. Bovendien zitten we binnen nu en een paar  jaar met z’n tweeën thuis. Dan is het hele spul op kamers. Ik kan moeilijk de hele dag op Henk gaan zitten wachten.’

 

‘Vervulling. Is dat wat je zoekt? Dan kan je ook vrijwilligerswerk gaan doen.’

 

‘Nee, dat nou juist niet. Ik wil er wel graag ook iets mee verdienen. Heerlijk lijkt me dat. Weer mijn eigen inkomen hebben.’

 

‘Dan moet je gaan solliciteren.’

 

‘Wie zit er nou nog op mij te wachten? Ik ben er al zo lang uit. Voor mij honderd jonkies.’

 

‘Wil je eigenlijk echt wel werken?’

 

‘Soms denk ik dat echt. Maar ik weet niet wat. Dat is ook een beetje het probleem. Ach laat ook maar eigenlijk.’

 

‘Oké. Wat jij wilt.’

 

Bovenstaande conversatie – eigenlijk meer een potje pingpongen – verzin ik dus niet. Ik citeer hier  namelijk twee vriendinnen waarmee ik uit eten was. Een gesprek als dit . . . hilarisch en herkenbaar en typisch vrouwelijk als je het mij vraagt. Niet dat elke vrouw nou weer aan het werk wil, dat bedoel ik niet. Meer dat gebabbel zonder dat er noodzakelijkwijs behoefte is aan een oplossing. Het is een ‘ken je dat?’ of ‘vind jij dat ook?’ of ‘snap je waar ik het over heb?’. Is het onzekerheid, behoefte aan (h)erkenning? Gewoon even zeggen zodat het maar gezegd is en dan zijn we het maar kwijt en dat is dan al genoeg?

 

‘Ik heb geen zak zin om te koken vandaag,’ zeg ik dan.

 

‘Dan bak ik een omelet voor je,’ zegt hij dan.

 

‘Nee. Daar heb ik nou helemáál geen zin in.’

 

‘Dan laat je iets bezorgen of haal je iets.’

 

‘Pizza zeker. Of een kleffe bak rijst van de Thai. Of iets van de snackbar waar ik nog meer van dichtgroei.’

 

En dan weet ik opeens waar ik trek in heb, ga ik boodschappen doen en ga ik fluitend staan koken. Hij is het gewend, waarschijnlijk. En hij vindt het ook wel makkelijk als hij niet over het eten hoeft na te denken, waarschijnlijk. Maar herkennen of begrijpen?

 

‘Wat wil je nou?’, zegt hij dan.

 

Als mannen een probleem hebben of ergens mee zitten of iets niet zien zitten, zoeken ze naar een oplossing of een verklaring of een uitweg.

 

‘Laat maar.’

 

Wij vrouwen praten erover en soms lost het zich dan vanzelf op. Zonder dat er ook maar íets is veranderd. Soms. Toch?

 

 

Door: Brigitte Bormans

 

Brigitte werkte jarenlang als culinair journalist en schreef twee kookboeken. In 2004 werd ze directeur/eigenaar van Erfgoed Logies. Maar zonder schrijven kan ze niet. Gelukkig zag Franska wel iets in haar columns, kwam van het een het ander en mag er nu ook over andere zaken dan het leven en de liefde worden geschreven.