‘Heimwee? Welnee. Nergens voor nodig. Deze herinneringen zijn om te koesteren. Want wie mocht er als klein meisje een tractor rijden?’
Een grote maaitractor zoeft langs me heen. Ik roep de hond bij me zodat ze er niet achteraangaat. Ze tilt haar neus wat omhoog en snuffelt in de lucht. Ik snuffel met haar mee, en al snel snuif ik gretig van de geur van het vers gemaaide gras. Meteen gaat er in mijn hoofd een film lopen.
Het is een oude film in zwart-wit waar ik geen genoeg van kan krijgen en waarin mijn vader het gras heeft gemaaid en in balen heeft laten persen. Vandaag is de dag dat de balen naar de hooizolder moeten verkassen en dat gaat natuurlijk niet vanzelf. Een heleboel manvolk is te hoop gelopen op onze boerderij om te helpen. Stoere mannen, sterke mannen, bezwete mannen. Onderweg van de boerderij naar het weiland waar de hooibalen liggen, staan ze achterop de lege aanhangwagen. Ze kletsen, ze lachen. Mijn vader rijdt de tractor. Ik zit naast hem. In het weiland aangekomen zet hij de tractor in de eerste versnelling van de lage gearing, tilt hij mij op de bestuurdersstoel en mag ik sturen. Ik vind het eng en leuk en belangrijk en interessant. Twee mannen op de kar, twee mannen ernaast. De mannen naast de kar prikken om beurten een hooibaal aan hun gaffel en slingeren hem op de kar. Daar worden ze gestapeld. Stevig tegen elkaar aan zodat ze er straks niet af kunnen vallen. Eerst wordt er nog gelachen, maar naarmate de aanhangwagen hoger beladen wordt, wordt het stiller achter me en bij de laatste balen wordt er hardgrondig gevloekt want 25 kilo hoog boven je hoofd tillen is nu eenmaal geen kattenpis.
Onderweg terug naar de boerderij zit ik hoog bovenop de hooibalen te hopen dat deze rit eeuwig mag duren, want thuis moet eerst de wagen worden gelost. Maar als dat eenmaal is gebeurd wacht mijn moeder op het erf met grote stapels zwarte boterhammen met spek en worst en beugelflessen met ijskoud pils. De geur van vers gemaaid gras heeft plaatsgemaakt voor de geur van mannenzweet, maar dat geeft niet want het is eerlijk zweet.
Tegen de tijd dat de film op zwart gaat, ben ik ziek van heimwee. Het is een verlangen naar wat niet meer is en ook nooit meer terug zal komen. Is nostalgie misschien een beter woord? Of melancholie?
Een paar weken geleden was ik een weekend terug op mijn geboortegrond. Ik ging er opgewekt en vol verwachting naar toe en kwam er hartstikke in mineur vandaan. Onbewust had ik lopen zoeken naar de resten van een leven dat al lang niet meer is. Want mijn thuis, dat waren mijn ouders en die zijn niet meer. ‘Niet meer zoeken,’ zei ik tegen mezelf toen ik weer terug was in mijn eigen huis. Herinneringen zullen altijd blijven terugkomen. Zoals vandaag in het bos met de maaitractor. ‘Heimwee? Welnee. Nergens voor nodig. Deze herinneringen zijn om te koesteren. Want wie mocht er als klein meisje een tractor rijden? En wie kan er altijd even terug naar ‘toen’ als er ergens gras wordt gemaaid?’ Ik ga naar huis, mijn eigen thuis. Ik drink koffie met mijn verloofde en sla de geur van de koffie op in mijn geheugen. Zodat ik altijd even terug kan naar dit moment waarop het zo goed thuiskomen was.
Door: Brigitte Bormans
Brigitte werkte jarenlang als culinair journalist en schreef twee kookboeken. In 2004 werd ze directeur/eigenaar van Erfgoed Logies. Maar zonder schrijven kan ze niet. Gelukkig zag Franska wel iets in haar columns, kwam van het een het ander en mag er nu ook over andere zaken worden geschreven.
Leestip
Heb jij de verwarming al aangehad?
Heb jij de verwarming al aangehad?
Nee, ik doe een trui aan 36%, 153 votes
153 votes36%
153 votes
Ik doe uiteraard een trui aan, maar als het met trui te koud is gaat alsnog de verwarming aan.*32%, 136 votes