Verbeterpuntjes
Onze kinderen zijn zó gelukkig, maar…
Daar word ík nou gelukkig van, van dat nieuws vanochtend op de voorpagina’s: ‘Jeugd in Nederland is gelukkig’. Het blijde nieuws komt van enkele onderzoeksbureaus die elke vier jaar duizenden kinderen (11 tot 16 jaar) bevragen naar onderwerpen als alcoholgebruik, seks en de relatie met hun ouders. En dat gaat goed, die relatie tussen kinderen en ouders; de jeugd voelt dat er ruimte is om veel met ons te bespreken. En ook gaat het beter met het rookgedrag van de jongeren; minder kinderen roken dan vier jaar geleden (al steken ze in plaats van de ouderwetse stinkstok wel vaker een e-sigaret op!). En met de alcoholconsumptie gaat het ook goed. Euh. Té goed. Ze nemen namelijk nog steeds beheurlijk in, die kinderen: 40 procent van de 15-jarigen (!) dronk in de maand voor het onderzoek, en ruim 70 procent daarvan dronk vijf glazen alcohol of meer. Op één avond. Oké, daar hebben we een verbeterpuntje te pakken. Of zeg maar verbeterpunt, want afgelopen zomer maakte dit interview grote indruk op me. Lees maar.
Als ik de onderzoekscijfers verder doorlees, zie ik nog iets wat beter kan. Kinderen ervaren namelijk te veel prestatiedruk. Waar dat in 2001 nog maar bij 16 procent werd gevoeld, voelt nu meer dan eenderde van de kinderen die druk. Er is momenteel blijkbaar een grotere maatschappelijke nadruk op prestatie, dus schakelen ouders meer huiswerkbegeleiding in, en zitten ze ‘er’ meer bovenop. Zeggen ze dat hun bloedjes hun proefwerken beter moeten maken. Menen ze dat hun kind naar een hoger schoolniveau kan en laten ze die verwachting keihard doorschemeren aan hun Jelle of Sam. Omdat ze uiteindelijk het beste voor Sam en Jelle willen, hoor, dat wel. Maar intussen loopt dus eenderde van de kinderen op zijn tenen, met die hijgende ouders – en daardoor misschien ook wel de druk van de kinderen zelf – in hun nek.
Het is ironisch: de mensen die het allermeest van het kind houden en die wensen dat-ie zo gelukkig wordt, zijn daarmee precies diegenen die ervoor zorgen dat een kind meer druk ervaart. En dat lijkt mij echt een heel groot verbeterpunt. Ja, ook voor mijzelf, die nog geen minuut geleden haar puberette flink aan het opjagen was …
PS. Nee, nee, je hoeft mij niet te vertellen dat pubers soms niet vooruit te branden zijn, en dat ze regelmatig best een zetje mogen krijgen; van hard werken krijg je niks. En ook begrijp ik dat een diploma halen een investering in de toekomst is. Maar het gaat mij natuurlijk om méér dan dat: dat het ongezond is dat kinderen stelselmatig op hun tenen moeten lopen. En dat een treetje ‘lager’ niet per se slechter is. Een kind kómt wel waar het wil komen. En dat hoeft niet altijd via de snelweg. Via mooie landweggetjes kun je ook je bestemming bereiken. Is nog een mooiere reis ook.