Uitgeblust, seksloos, uitgepraat

Al veertig jaar samen. Maar nu is het mooi geweest

 

Het is zeker dertig jaar geleden. In de hoek van de stationsrestauratie zat een grijs stel te eten. Uit het raam te staren. Te zwijgen. Nu wist ik natuurlijk niet of ze op andere momenten nog verhitte conversaties hadden (natúúrlijk zou dat kunnen) of nog andere verhitte momenten beleefden (olala!). Maar misschien vonden ze het allebei wel best, zo.
Ik zag in elk geval drie dingen: uitgeblust, seksloos, uitgepraat.

 

Dat nooit, nam ik me daar voor. En tot nu toe hebben mijn man en ik genoeg te bespreken en te doen. Maar er kómt natuurlijk een moment dat je allebei niet meer werkt, kinderen uit huis zijn, dat je vrijwilligerswerk niet dagvullend is, of je minder kunt sporten. Daar zit je dan, samen in de woonkamer … Dan moet je nog wel íets hebben, samen, behalve een gedeeld verleden.

 

Deze week werd bekend dat de scheidingscijfers van zestigplussers in de afgelopen tien jaar zijn verdubbeld. Verbaast me niks. (En excuse me, ik ga even flink generaliseren.) Wij gedragen ons natuurlijk al veel jonger dan twee generaties vóór ons op dezelfde leeftijd, die op hun vijfenzestigste lekker achter de bloemen-die-beginnen-met-een-g gingen zitten. En hebben we een langere levensverwachting. Daarnaast zijn vrouwen economisch minder afhankelijk, en (daardoor?) zelfstandiger. Maar vooral, we durven meer dan ooit voor ons eigen geluk te kiezen.

 

Kijk, ik ben de laatste die beweert dat scheiden pijnloos en nastrevenswaardig is. En je moet er natuurlijk ook niet té lichtzinnig over beslissen. Maar stel dat je geen liefde meer voor elkaar voelt en geen energie meer krijgt van ‘samen’. Waarom zou je dan na veertig jaar nog wél bij elkaar blijven? Omdat het zo hoort? Omdat je al zo lang samen bent? Voor de uithuizige kinderen? Omdat je het ooit hebt beloofd? Uit angst voor het onbekende? Uit schaamte?

 

Soms is de koek gewoon hartstikke op. En kun je weer volle energie krijgen van alleen. Of van een fris blaadje – al is die ook zestigplus. Eén tip waar je diegene niet moet zoeken? In de stationsrestauratie.

 

Door: Beatrijs Bonarius

 

Beatrijs Bonarius is tekstschrijver & eindredacteur. Een mediavreter, zoals ze zelf zegt. Met een vrolijke, scherpe blik – en dito toetsenbord – kijkt ze voor Franska naar de actualiteit.