Kinderen opvoeden met een app? Je hoort het best vaak: je kunt je kind wat slimme dingen bijleren en het enige dat je hoeft te doen, is goede apps downloaden.
Zo’n app die de hersenen stimuleert. Die het brein traint. Even wat rekenen oefenen op de tablet, even op de laptop wat Engelse woordjes bijleren en natuurlijk blijven we spelletjes doen met cijfers en taal. Dat lijkt allemaal heel nuttig. Maar soms gaat het verder dan dit. Want ook als een vrouw zwanger is, wordt er al tegen de buik gepraat en wordt er Mozart gespeeld alsof een ongeboren kind daarvan taal en noten lezen leert. Er is ook een app die registreert hoeveel woorden je per dag tegen je kind zegt, zodat je kunt zien of dit te weinig is voor de ontwikkeling. Alsof je daar geen stress van krijgt als aanstaande moeder?
Maar het gebeurt dus, echt. Veel ouders geloven het en gebruiken massaal allerlei technische programma’s om hun kinderen op de beste manier op te voeden. Want, zo denken ze, als ze niet in de jonge jaren veel tijd besteden aan wiskunde, tennis en Frans, dan leren ze het nooit meer zo goed. Onzin, natuurlijk. Gelukkig maar, anders zouden al die peuters en dreumesen maar wat druk zijn. Want nu blijkt dat het een mooie marketingtruc is geweest van al die bedrijven die deze apps en spelletjes voor jonge kinderen verkopen.
Het is namelijk zo dat het niet geldt voor élk kind. De kans dat het geldt voor je eigen kind, is zelfs vrij klein.
Dat zit zo. Meestal wordt een wetenschappelijk onderzoek met grote letters als bewezen verklaard, als er maar nét iets meer goed gaat dan zou gebeuren op basis van kans. Dus stel, een speciale app voor rekenen wordt beoefend door 100 kinderen. Als er dan 51 ‘wat bijleren’ van de app, dan kan dat al in het nieuws komen en worden verkocht als dé manier om rekenen te leren. Toch zijn er dus ook altijd nog die 49 die helemaal geen rekenwonder worden na het spelen van de app. En dat vergeten mensen vaak. En dat komt ook precies níet in het nieuws.
Het is wat, al die technische snufjes van nu. Vroeger, toen deden we tenminste nog gewoon normaal. Toen was opvoeden gewoon iets puur tussen moeder en vader en kind. En daar zat geen computer tussen. Laten we weer teruggaan naar deze gewone tijd, want laten we eerlijk wezen, wij zijn er toch ook allemaal niet slechter van geworden, toen wij opgroeiden zónder al die technische spelletjes om onze hersenen fit te houden?
Want dat is het mooie: je hoeft niet álles in je kindertijd te leren. Onze hersenen zijn namelijk zo gemaakt dat we altijd kunnen blijven leren, al zijn we 62 of 85. Dus hop, gewoon weer met de kids naar de speeltuin en naar de kinderboerderij: daar leren ze meer sociale vaardigheden dan achter een computerscherm, toch? En écht spelen is nog altijd het leukst. Dat ook