Zo’n kleintje laten huilen, dat kan ik nog steeds niet
Als mijn dochter binnenstapt ziet ze witjes.
Haar dochtertje van anderhalf slaapt slecht. Eigenlijk heeft ze dat altijd al gedaan. En ze heeft het niet van een vreemde.
De meeste baby’s slapen na een paar weken of maanden door. Ons kleine smurfje dus niet, zij vindt slapen zonde van haar tijd. Óf het duurt uren voor ze in slaap valt, óf ze wordt halverwege wakker en kan niet meer in slaap komen. Het is heel herkenbaar, want haar moeder was als baby ook een ontzettend slechte slaper. Urenlang liep ik met haar op de arm, liedjes te zingen. En als ze dan eindelijk sliep legde ik haar héél voorzichtig terug, sloop ik de kamer uit, deed ik zo zachtjes mogelijk de deur dicht… en dan hoorde ik het eerst huiltje alweer. Begon het hele gedoe weer opnieuw. Soms ging ik boodschappen doen en was ik bang dat ik al lopend achter het winkelwagentje in slaap zou vallen, zo moe was ik.
Kind nummer 2, 3 en 4 waren ook geen geweldige slapers, maar niet zo erg als mijn oudste. Waarschijnlijk ook omdat ik zelf wat makkelijker was. Mijn eerste gaf ik ’s nachts nooit een flesje. Dat mocht niet van het consultatiebureau. Bij mijn andere kinderen kon me dat niks meer schelen. Mijn nachtrust ging voor.
Mijn kleindochter slaapt prima, maar alleen als ze bij haar papa en mama in bed ligt. Niet aanwennen, zeggen mensen om ons heen. Niet haar zin geven. Laat haar maar huilen. Maar zo’n klein, in-verdrietig meisje laten huilen, dat kon ik vroeger niet en nog steeds niet (en eerlijk is eerlijk: wat is er nou lekkerder dan dat zo’n kindje haar hoofdje op je schouder legt en zich meteen getroost voelt). Als ze bij ons slaapt, hoef ik niet bij ieder kreetje aan haar bedje te staan, maar zodra ze echt gaat huilen moet ik gewoon naar haar toe. Mijn dochter en kleinzoon zijn ook zo, met als gevolg dat er nogal eens een klein tevreden kindje tussen hen in slaapt. Ach, zo slapen ze toch en tegen de tijd dat de kleine meid zestien is, slaapt ze heus wel in haar eigen bed.