Zo moet oorlog voelen, dacht ik toen jaren geleden onze boerderij afbrandde

 

Ik had geen idee. Wat er nu aan de hand is, dat is oorlog.

 

 

 

In het AD las ik het verhaal van Wim van 82 die een paar dagen nadat hij zijn vrouw had begraven ook zijn huis verloor. Eerst dacht hij nog aan een onschuldige schoorsteenbrand, maar binnen no time had zijn rieten dak vlamgevat en brandde zijn ‘thuis sinds veertig gelukkige jaren’ als een fakkel. Het enige dat hij nog kon redden uit de vuurzee was zijn trouwring. Een goede vriendin, die een dag later stiekem het huis was ingeslopen, had nog een foto van Wim en zijn vrouw gevonden. Meer was er niet overgebleven van zijn leven dat een week geleden nog zo vanzelfsprekend had geleden.

 

Dit leek wel oorlog, dacht Wim, toen hij in een hotel in de buurt de slaap niet kon vatten.
Toen ik zestien was brak er brand uit op de boerderij waar ik met mijn ouders woonde. Midden in de nacht moesten we via het raam naar buiten klauteren omdat de brand zo hevig was dat de eikenhouten gebinten al begonnen in te storten voordat de brandweer überhaupt gearriveerd was. Drie dagen en drie nachten bleef het corps om na te blussen omdat de smeulende hooi-, stro- en houtresten steeds weer opnieuw vlamvatten.

 

Dit is hoe een oorlog moest voelen, dacht ik toen ik de slaap niet kon vatten.
Wims huis zal eerst gecontroleerd gesloopt en daarna weer opgebouwd worden. Daarmee heeft hij zijn vrouw niet terug, maar hij kan er vrede mee hebben dat het blijkbaar haar tijd was om te gaan. Onze boerderij kreeg destijds een andere bestemming nadat er naast de oude hoeve nieuwe stallen en een nieuw woonhuis waren gebouwd. En nog op dezelfde dag van de brand was er in het weiland een noodstal neergezet om de koeien in te melken. Dat kon gerealiseerd worden omdat wij de enige waren die die hulp nodig hadden die dag, de enige wiens boerderij was afgebrand.

 

Hoe anders moet dat zijn voor alle Oekraïners die van de week hun man, zoon, kind of ouders verloren? Die hun huis kapotgeschoten of platgebombardeerd zagen worden en zich nu in een metrostation, schuilkelder, of straks in een ver-weg-van-huis asielzoekerscentrum hun hoofd breken over hoe nu verder? Die niet weten of en wanneer ze ooit nog terug kunnen naar wat hun thuis was? Die ’s nachts bovendien worden geplaagd door een machteloze woede over een vreemde president van een ander land.

 

Een dictator die botweg over hun leven beschikte en dat van de ene dag op de andere zo ernstig verminkte dat het niet simpelweg een kwestie van wat bakstenen is om het weer op te bouwen.

 

Dat is oorlog.

 

 

 

Door: Brigitte Bormans

Brigitte werkte jarenlang als culinair journalist en schreef twee kookboeken. In 2004 werd ze directeur/eigenaar van Erfgoed Logies. Maar zonder schrijven kan ze niet. Gelukkig zag Franska wel iets in haar columns, kwam van het een het ander en mag er nu ook over andere zaken worden geschreven.

Afbeelding van Brigitte Bormans