Zit ik dan met al m’n plastic bewaarbakjes voor m’n snufferd
Sorteren, passen, meten en bij geen ‘match’ korte metten maken. Komt allemaal door een telefoontje met een vriendin.
Ze vertelde dat ze het huis van een overleden tante aan het leegruimen is. En dat die tante een ‘hoarder’ was. Oeps. Dat woord hoor je steeds vaker als het over mensen gaat die veel spullen hebben. Klinkt nogal pittig, want een hoarder is iemand met een psychiatrische aandoening, niet zomaar iemand die veel verzamelt. Ik vroeg me af of ze mij ook een hoarder vinden met m’n voorraad servies, vazen, plastic bewaarbakjes, tafelkleden, servetten, handdoeken en zo nog het een en ander. Vandaar dat ik hier nu met al die bakjes zit. Bij geen match weg ermee. Hoezo passen die dekseltjes eigenlijk nergens meer op, het kan toch niet zo zijn dat ze in de kast stiekem van maat veranderen?
‘Ik ben op zolder aan het opruimen,’ zei m’n moeder vaak als ik belde, ‘ik heb veel te veel spullen, vandaag alweer een doos vol weggegooid.’ Het begint bij mij nu ook door te dringen dat je je halve leven aan het verzamelen en bewaren bent, om de andere helft bezig te zijn met wegwerken. Moet ik ook mee aan de slag, wil ik postuum niet voor hoarder uitgemaakt worden.
‘Ora potro morire felice’ (nu kan ik gelukkig sterven) las ik in m’n Italiaanse cursus, waarbij ik me meteen afvroeg wanneer ík gelukkig zou kunnen sterven. Nou, als de rommel opgeruimd is bijvoorbeeld. Op tv zag ik een man in een antiekwinkel die z’n verzameling kwam verkopen. Op de vraag waarom hij zoveel mooie dingen wegdeed antwoordde hij: ‘Heb je weleens een verhuiswagen mee zien rijden in een begrafenisstoet?’ Die had ik nog nooit gehoord, jij? Als ik klaar ben met de bakjes ga ik met de tafelkleden aan de gang. Ik ga de handel per categorie afwerken. Zal niet makkelijk zijn, want overal kleven herinneringen aan. Maar wat moet dat moet. Een heel goeie truc heb ik van fotograaf Hans Aarsman geleerd dankzij zijn TED-talk over fotografie.
Hij verhuisde van een groot naar een klein appartement en moest daarom veel wegdoen. Ook dingen waar hij aan gehecht was. Daar maakte hij dan gewoon een foto van. Je moet er maar opkomen. Ga ik (behalve van die plastic bakjes) ook doen. Kunnen ze later hooguit zeggen dat ik een foto-hoarder was.
Waarom ik dit nu opschrijf? Om te beginnen om de opruim-afspraak met mezelf vast te leggen, maar ook omdat ik graag wil dat er iets van herkenning is bij jou. Dat ik niet de enige ben. Wie staat me bij? Gedeelde smart is halve smart tenslotte.
Ik wens je een fijne week. Ga ik nu weer even verder met dekseltjes passen.
Liefs van Franska