Zeeën van water, maar niet van tijd

 

‘Zo, lekker aan het graven?’ Ik heb die vraag nu al dertig keer gesteld gekregen, omdat het hier in het dorp de gewoonte is om iemand die iets in de voortuin doet daarop aan te spreken, en dan altijd met dezelfde openingszin.

 

 

‘Lekker aan het…’ en dan volgt de activiteit die men je ziet uitvoeren.

 

‘Lekker de ramen aan het lappen?’ Dat is eigenlijk best een domme vraag aan iemand met een spons en trekker, maar ik heb nooit de moed gehad om te zeggen dat ik er niks aan vond, of te antwoorden: ‘Nee, joh, ik ben pannenkoeken aan het bakken.’

 

‘LEKKER AAN HET MAAIEN?’ Dat schreeuwen ze boven het geluid van je maaimachine uit. ‘Lekker aan het onkruid wieden, de auto aan het uitzuigen, kozijnen aan het schilderen, of de dakgoten aan het leeghalen?’ Het komt allemaal voorbij als je hier iets doet in je voortuin.

 

En normaal vind ik dat best leuk – want zo knoop je weer eens gezellig een gesprekje aan met je dorpsgenoten – maar nu wil ik eigenlijk even opschieten. Wij kampen op dit moment namelijk met meerdere leidingbreuken in en om het huis. We hebben een oud huis waarbij door (nu) oude mensen, op de oude manier, ouderwetse aan- en afvoeren zijn aangelegd, die nu dus erg oud zijn. Het schijnt ook nog te maken te hebben met bescherming, die op sommige plekken aangelegd had moeten worden, maar wat dus niet gebeurd is, en waardoor nu overal zwakte is ontstaan door de chemie tussen verschillende materialen. Onze watermeter slaat dus om de haverklap op hol, en dan leggen wij maar weer een bypass aan.

 

Maar de laatste keer was het leed toch echt te groot en waren we het zat. We hoorden in huis constant water lopen en de loodgieter moest daarna helaas constateren dat het nu op meerdere plekken mis was. Dat het nu niet meer drupte maar stroomde. Nu laten we dus in één keer alles vervangen, en dat is echt een megaklus. De hele tuin gaat op de schop, en binnen gaan de vloeren en plafonds er ook uit, dus je snapt: ik kijk daar enorm naar uit en ben daardoor voortdurend in een opperbeste stemming. NOT.

 

Vooral omdat er op dit moment nergens meer vakmensen te vinden zijn die dit klusje kunnen uitvoeren. Op de gemiddelde timmerman, schilder of stukadoor zit je tegenwoordig zomaar een half jaar te wachten, dus wij zijn al blij dat we nu maar twee weken zonder water hoeven te zitten en zullen moeten kamperen in eigen huis. Vergeleken met mensen die te midden van vreselijke bosbranden wonen, of waarvan de oogst verloren gaat door extreme droogte, stelt het natuurlijk niks voor, en ja, toiletten doorspoelen met regentonwater is heus nog wel te doen, maar ik kan je verzekeren dat de rest van de hele heisa heel erg onhandig is. ’s Avonds gaat heel even het water erop, zodat we snel kunnen koken, douchen en een wasje kunnen draaien, maar de rest van de dag is de hoofdkraan dicht, omdat het water alle kanten oploopt behalve richting kraan en gootsteen. En schoon drinkwater verspillen vind ik zonde.

 

Ik moet nu dus kamers leeghalen en kasten uitruimen – zodat ze daar straks de muren en plafonds kunnen slopen – en de voortuin gaat ook overhoopgehaald worden. Ik ben dus ook druk bezig om alvast wat bomen en planten te redden, maar bij elke schep die ik in de grond steek komt er iemand langs die dan roept: ‘Zo, lekker aan het scheppen?’

 

Nee, natuurlijk niet! En daar gá ik weer met mijn verhaal. Het hoort erbij in een dorpje, maar het schiet niet erg op.

 

En dan heb ik nog mazzel dat ik niemand koffie kan aanbieden, want ik heb geen water. En bij iedereen die stopt mag je ook gerust een keer komen eten en/of douchen, dus dat is dan weer fijn.   

 

Maar effe opschieten is er dus totaal niet bij, terwijl mijn werk ook nog hartstikke oploopt. Ik kom zeeën te kort, zeg maar. Zowel van tijd als water.    

 

 

Door: Tineke

Tineke is schrijfster van de boeken “Toch?” en “Stof Genoeg” en ze blogt ook zo nu en dan. Ze woont op het platteland met één (leuke) man, twee (lieve) kinderen, drie (onbespeelde) muziekinstrumenten, vier (wisselende) mantelzorgprojecten, een (bijna) vijfde boek, haar zesde (luie) kat, en (dus) ongeveer zeven muizen.

Afbeelding van Tineke