‘We waren geen boezemvriendinnen, maar kenden elkaar van de tennisclub en konden goed met elkaar overweg.’
‘Op een dag bleven we na een toernooitje met z’n tweetjes achter aan de bar en raakten we aan de praat. Voorbij de koetjes en kalfjes zeg maar. Over huwelijk, kinderen, mantelzorgen. Na een paar wijntjes hield zij het niet meer. Haar man was erachter gekomen dat ze vreemd was gegaan en hij wilde haar voorlopig niet meer zien. Zij was degene die de deur uit moest, vond hij en daar had ze weinig tegenin te brengen. Hij zou haar ook absoluut niet meer ‘sponsoren’ zoals hij dat noemde. Als ze groot genoeg was om het met iemand anders aan te leggen, moest ze ook maar groot genoeg zijn om eindelijk eens haar eigen broek op te houden.
Ik besloot haar te helpen. Vond via via een etage waar ze een half jaar kon wonen. Voor een habbekrats ook nog. Mijn man introduceerde haar bij HR op zijn werk. Ze hadden een receptioniste nodig en gaven haar een kans. Avonden brachten we door met elkaar. Praten, huilen, lachen, drinken. Met grote regelmaat kwam ze bij ons eten. Ze was mij, ons, eeuwig dankbaar, zei ze vaak. Had geen idee hoe ze dit ooit goed kon maken, want zonder mij, zonder ons, was ze hier nooit uit gekomen.
Na een maand of vier vertelde ze dat ze weer een avond met haar man had doorgebracht en dat ze goed hadden kunnen praten samen. We waren blij voor haar want gunden haar dat het weer goed zou komen tussen haar en haar man en dat ze de draad van hun huwelijk weer op konden pakken. Uiteindelijk gebeurde dat ook. Nadat ze bijna een half jaar weg was geweest, trok ze op een mooie zondag weer in bij haar man en in hun huis. Ze hadden allebei hun lessen getrokken uit wat er gebeurd was en een weg gevonden om opnieuw te beginnen.
We nodigden haar uit om samen met haar man een keer bij ons te komen eten. ‘Graag,’ zei ze, ‘maar liever over een tijdje.’ Voor nu wilden ze vooral samen zijn. Eerst dacht ik dat ik het me verbeeldde, maar op een gegeven moment was het overduidelijk dat ze me uit de weg ging en best wel koeltjes tegen me deed. Toen ik via ons tennisclubje hoorde dat zij en haar man regelmatig met andere stellen afspraken en dat er zelfs een weekendje met een stel vrienden gepland was, wist ik zeker dat ik niets meer van haar te verwachten had.
Is het omdat we haar zo intens hebben meegemaakt toen ze het meest kwetsbaar was, dat ze ons mijdt? Wil ze niet meer herinnerd worden aan die periode en zijn wij daar het sterkst mee verbonden? Is het uit schaamte? Mijn man zit er niet echt mee. Ik wel. Ik voel me toch bekocht. Niet dat het in het leven altijd ‘voor wat hoort wat’ moet zijn, maar omdat ik vind dat ik deze afwijzing niet verdiend heb. En al zeker niet zonder één woord van uitleg van haar kant.’
Yvonnes naam is vanwege privacy gefingeerd. Haar echte naam is bekend bij de redactie.
Moet jou ook iets van het hart en wil je dat (anoniem) met ons delen? Stuur dan een mail naar info@franska.nl onder vermelding van ‘Dit moet ik even kwijt’.