Wie Weet Weet Wieke Het
Vandaag moet Nel uit Kudelstaart even haar hart luchten. Want: haar man fluit altijd. En ze ergert zich rot. Of ze schaamt zich. Hoe krijgt ze dit aan z’n verstand?
Vraag van Nel uit Kudelstaart:
Ik heb last van het voortdurende gefluit van mijn man. Staat er muziek op in de auto, dan fluit hij – vals – mee. Vallen er stiltes tijdens gesprekken? Hij fluit. Moet hij op me wachten terwijl ik in een pashokje sta, dan hoef ik me niet af te vragen waar hij is. Hij fluit. Op een akelig hoog toontje dat pijn doet aan mijn oren. Als ik er wat van zeg, krijg ik als standaard antwoord: ‘hou toch op, aanstelster!’ Zitten we in het concertgebouw, dan fluit hij mee, totdat ik hem aanstoot, want dat kan echt niet. Hoe krijg ik hem zover dat hij stopt met fluiten? Ik wil wel voorop stellen dat ik gelukkig getrouwd ben.
Antwoord van Wieke:
Nel! Vraag je eerst dit af: ben je gelukkig (in de zin van: goddank) getrouwd, zodat je ouders niet met je bleven zitten, of bedoel je dat je eigenlijk best een gelukkig huwelijk hebt met een best wel leuke man, op dat fluitketelgedrag na?
Je kunt tegen ingesleten gewoonten niet veel beginnen, behalve een beetje preventie organiseren. Laat hem thuis als je naar pashokjes moet. Is toch niks aan, met een man kleren kopen? En kun jij zingen? Hopelijk niet. Ga keihard staan zingen zodra hij gaat fluiten. Als hij vraagt: ‘hou es op zeg, je bent Katie Melua niet!’, dan sla jij terug met: ‘ik houd op als jij stopt met Roger Whittaker na te doen’. Want die man kon pas fluiten! Dit werkt natuurlijk niet in het concertgebouw. Dan worden jullie verwijderd.
Doe jij nog aan fluitketels Nel? Dan zou je dat snerpende geluid kunnen opnemen op je telefoon. Zodra je wielewaal gaat fluiten, zet je dat geluid aan. Kan ook niet in het concertgebouw, maar bij veel andere gelegenheden wel. Nog een mogelijkheid: doe hem op blokfluitles. Hij zou dit in zijn jeugd gemist kunnen hebben en dat zou zomaar zijn overdadige gefluit van nu kunnen verklaren.
Waar ik, als ik jou was, blij mee zou zijn, is dat hij niet naar leuke vrouwen fluit. Ik zeg niet dat jij dus niet leuk bent, maar als jij steeds over zijn gefluit begint, vindt hij je misschien uiteindelijk niet meer zo héél leuk en denkt hij bij een passerende stoot op straat: ‘Zo zeg! Dat vraag om een potje fluiten!’ Neem dit laatste mee, als je je gaat beraden over eventueel te nemen stappen!
Wieke Biesheuvel is columnist bij Libelle, schrijft boeken, woont in Zambia en helpt de plaatselijke bevolking met medewerking van haar vriendinnen hier aan waterputten.
