Winters eten in de zomer
De vraag die mij deze kletsnatte zomer iedere dag weer bezighoudt is niet ’Wat moet ik aan vandaag?’, maar ‘Wat eet ik vandaag?’
Al dagen weet ik van gekkigheid niet wat ik aan moet trekken. De ene dag is het buiten zo benauwd dat het lijkt alsof ik één grote constante opvlieger heb. En de dag erna waait het buiten zo hard dat het aanvoelt als een middag in november. En precies dat maakt dat ik geen idee meer heb wat ik ’s avonds op tafel moet zetten.
Normaal gesproken staat er in Huize Smit in de zomermaanden minimaal vier keer in de week een salade op tafel. Maar met temperaturen die nauwelijks boven de 19 graden uitkomen, heb ik meer zin in een grote pan stoofvlees die urenlang tevreden heeft staan sudderen op het fornuis. Samen met een flinke schaal aardappelpuree en zelfgemaakte appelmoes. Winterkost op een zomeravond dus. Het gaat me nog net te ver om de gordijnen dicht te doen om maar niet te zien hoe hard het waait. Want helaas heb ik nog geen lome zomeravond op het terras gezeten, wel verstopt onder een dekentje op de bank met een pot hete thee binnen handbereik.
Ik tel de dagen af dat ik straks in september naar een hopelijk snoeiheet Italië mag afreizen voor een vakantie in de brandende zon. Normaal gesproken ben ik er niet zo van als de mussen buiten van het dak vallen, maar deze keer kan het me niet warm genoeg worden. Ik droom al van salades en knisperend koude witte wijn, en tot in de late uurtjes met blote benen buiten zitten op een terrasje in de warme wind. Vandaag lijkt het al herfst in een zwaarbewolkt Haarlem, vandaar dat ik zojuist een zak andijvie en piepers voor een stamppotje in mijn boodschappenmandje heb gekieperd. Maar eerlijk gezegd vind ik een winterse stamppot in de zomer lang zo lekker niet.