Wij, bejaard echtpaar, willen een hond die geen oren van nijlpaardbeelden afbijt

 

Voordat Sjors (hond van dochter) kwam logeren, hadden we het er weleens over: zou het niet gezellig zijn? Een hondje adopteren uit een asiel?

 

Geen pup, al wat ouder, en hij of zij zou geen kinderen mogen bijten en niet lastig moeten zijn. Dieven opeten zou wél mogen, op zich.

 

Wij misten onze Zambiaanse honden. Die waren van het zelfredzame soort. Je hoefde ze niet uit te laten, dat deden ze zelf. Als ze hun eten op hadden, gingen ze buiten spelen, met de andere honden. Ze schuimden over de hele compound en hadden een prima leven, omdat ze bij ons verzekerd waren van eten, drinken, zo nodig een bezoek aan de dierenarts en op zijn tijd een knuffel. Ze kwamen uitrusten als het leven even te heftig werd en daarna vertrokken ze weer, het avontuur tegemoet.

 

Toen Sjors op bezoek kwam, zagen we dat als een proefperiode. Heel gezellig hoor, dat hij er was. Hij hielp met koken en afwassen, ontfermde zich over restjes op het aanrecht, verscheurde de kranten en knaagde het oor van ons nijlpaardbeeld eraf. Aan gruzelementen. Niet te lijmen. Alsmede de slagtand van het olifantenbeeld. Wist Sjors veel? Sjors stond, zoals ik al eerder meldde, lekker vroeg op, want dan had je wat aan je dag. Los laten lopen in het bos kon niet, dan ging hij er vandoor en moesten wij hem zoeken. Maar dan die lieve ogen als hij opgewonden aan kwam rennen: ‘Fijn dat ik er weer ben hè?’ Dat was aandoenlijk.

 

Het leek ons zo leuk, een hond die de krant kwam brengen, en verder geen aandacht zou eisen. Maar zo zit een hond niet in elkaar. Natuurlijk wil een dier aandacht. Wat wij willen, als bejaard echtpaar, is een saaie, duffe hond, die geen oren van nijlpaarden afbijt en die laat merken dat hij of zij heel veel van ons houdt. De Zambiaanse situatie is niet van toepassing hier. Niemand laat zijn hond los lopen. Hier laat je honden uit, gewapend met poepschepje en zakjes om het resultaat van het gedraaide gebak in te doen. Dat dampende, warme zakje neem je dan mee naar huis. Gisteren zag ik een bakfietsvader, maar in het karretje zat een grote hond. Ze zouden in Zambia niet meer bijkomen als ze dat zouden zien. In Nederland mag een hond gewoon in huis zijn. Daar gruwen Zambianen van. Ze vonden ons daarom best belachelijk. Een hond hoort buiten. Ook als het regent.

 

Enfin. De hamvraag: neemt het echtpaar Biesheuvel een hond? Het antwoord is nee. Wij willen eigenlijk een hond die niet bestaat, een hond die weet wanneer hij niet moet zeuren en die het fijn vindt om uit te slapen. ‘Kijk, als het alleen om die krant gaat, dan heb ik toch eigenlijk al een hond?’ Aldus Man. Het zijn echt, ongelogen, zijn eigen woorden! Zó kwam hij net mijn kamer in.

 

Door: Wieke Biesheuvel

Wieke Biesheuvel werkte en woonde zes jaar in Zambia, is nu voorgoed terug en probeert het Nederlandse leven weer onder de knie te krijgen. Waarbij ze beurtelings verbaasd, boos, dolgelukkig, verward of blij is.

Afbeelding van Wieke Biesheuvel