En dat kwam allemaal door Bonnie, niet echt de allergezelligste reisgenoot – om het maar subtiel uit te drukken.

 

Schitterende dingen hebben we gezien in South Luangwa. We zijn er vast al zo’n dertig keer geweest en dan maakt een mislukte safari op de grote hoop niets uit. Want die was er wel! Willen jullie het weten?  Al is het maar om mij te helpen dat trauma(atje) te verwerken? Het is al vier jaar geleden en oooo, ik had onze mede-safarigangster aan de krokodillen willen voeren. Niet echt, in een droom of zo. Dan mag het.

 

 

Flashback: rond zes uur ’s ochtends lopen man en ik naar de safari-auto. Daar zitten al twee Amerikanen in. Bonnie en Will uit Malawi, waar ze vrijwilligerswerk doen. ‘It is our Christian duty to spend a year among the very poort’, legt Bonnie streng uit.  Daar vertellen ze arme mensen dat ze hygiënischer moeten leven. Zo zeg.  Daar gaan we. In de Luangwa liggen honderden nijlpaarden, van wie Bonnie zeker weet dat het neushoorns zijn. Gids Kenneth legt uit, dat neushoorns niet voorkomen in South Luangwa.

 

Verder. Ze krijst als ze een schildpad ziet. ‘Please stop!’, gebood ze. Stel je voor dat we over het dier heen rijden. Kenneth stopt gehoorzaam bij een apendrol, want dat is het. En hallo zeg, spot ze me daar een luipaard in de verte. De gids pakt zijn verrekijker en meldt droogjes dat het een tak is. ‘Rijd erheen, dan zie je dat ik gelijk heb!’, bitst Bonnie. No madam, gidsen moeten op de paden blijven. We zien van alles. Krokodillen, slangen, leeuwen… allemaal sprekend lijkend op stukken grillig gevormd hout, waar de bush vol mee ligt. Kenneth en wij krijgen een sik van het mens. Will zwijgt. Die is al veertig jaar met Bonnie. Waarschijnlijk verleer je het praten dan.

 

apendrol

 

Bij de avonddrive zijn ze tot ons verdriet weer van de partij. Zo bijziend als wat in het donker, onze Bonnie. Wij krijgen er lol in om dingen te zeggen als: ‘That was a beautiful tiger Kenneth!’ Kenneth, gezegend met ons soort humor, vindt het ook, jammer dat het dier al in de bosjes is verdwenen. Bonnie over de zeik, want een tijger? Goh, ze kan wel huilen dat ze die heeft gemist. Geen tijger in heel Afrika te bekennen, maar dat weet zij niet. Toch zet ze wederom de safari naar haar hand. ‘Stop!’, maant ze Kenneth. ‘Let’s be very quiet now and enjoy gazing at the stars!’We kijken omhoog. Een enkel bleek sterretje piept tussen de wolken door.  Dan komt Will met zijn eerste opmerking van deze dag: ‘I never saw so many stars in my whole life!’ Je kon me aandweilen.

 

Goddank vertrokken ze de volgende dag. Bonnie is een eigen leven gaan leiden in ons bestaan. Als een steeds openspringende mee-eter duikt ze steeds op in onze gesprekken over dieren. Zien we een vreemd gevormd stuk hout, dan roepen wij eensgezind: ‘Bonnie zou er een buffel in hebben gezien!’

 

  

Wieke Biesheuvel is columnist bij Libelle, schrijft boeken, woont in Zambia en helpt de plaatselijke bevolking met medewerking van haar vriendinnen hier aan waterputten.