De Kastanjeboom met kinderen

 

‘Wat wil je voor je verjaardag hebben?’ vroeg mijn vader, 22 jaar geleden. Ik werd 50 en hij wilde iets speciaals geven. ‘Een kastanjeboom met roze kaarsjes’, zei ik.

 

De boom kwam, op een vrachtwagen, en de man met de graafmachine groef een plantgat in de voortuin in Broek op Langedijk, waar we toen woonden. ‘Nou zeg, da’s ook een lullig boompje’, vond mijn vader, toen hij hem zag. Ruim twee meter hoog. Ik vond het wel meevallen. ‘Doe er wel een koperen plaatje op hè?’ vond hij. ‘Gedoneerd door Barend Biesheuvel, vader van… enzovoort!’ Jammer dat ik dat nooit heb gedaan.

 

Maar de boom groeide goed. Een jaar of vijf later verhuisden we naar het oosten van het land. Het was herfst en gelukkig vond ik twee kastanjes onder mijn vaders boom. Op hoop van zegen stopte ik ze in een pot met aarde. In de daaropvolgende lente kwam er een boompje omhoog. Gelukkig! Mijn vader was inmiddels overleden en die boom achterlaten vond ik vreselijk.

 

In Mook kon ik het boompje in de pot een definitieve plek geven. Bizar, hij groeit als een gek, en de vlaggenstok (kapot), staat er vlak tegenaan. Daar trekt de boom zich geen bal van aan. ‘Jij bent dood en ik niet!’ zal hij denken.

 

 

Vorige week reden we naar Broek op Langedijk, waar de oudste broer van Man en zijn vrouw wonen. Tien jaar woonden we destijds vrijwel naast elkaar en dat waren gouden tijden. We zorgden voor elkaars honden, borrelden veel, en de gezelligheid die door onze verhuizing verdween, deed pijn. ‘Ik rijd even langs ons oude huis,’ zeg ik tegen Man, ‘ik wil weten of ze de kastanjeboom hebben laten staan.’ En daar stond hij nog, in volle glorie, breeduit, volop in de roze kaarsjes en wonderlijk, de vlaggenstok staat ook hier wat ongelukkig tegen mijn boom aan. Het is nog steeds mijn boom, vind ik. Ik maakte er een foto van. Later hoorde ik van de overbuurvrouw dat de huidige bewoners het garagepad opnieuw moesten laten bestraten omdat de wortels van mijn boom de boel beschadigden. Zo blij dat ze kozen voor het in leven laten van mijn boom!

 

Ik vertelde mijn boom dat hij een kind heeft in Mook. Niet onder de indruk, zo leek het, al weet je het natuurlijk nooit met bomen. En nu, jaren later, verdorie nog aan toe, lijkt het erop dat er wéér een verhuizing zit aan te komen. Waarom? Omdat naast ons een bankgebouw staat dat is gekocht door een projectontwikkelaar en die heeft het onzalige plan opgevat om daar achttien appartementen in te vestigen. Het bankgebouw zal worden gesloopt en er komt een veel groter en hoger gebouw voor in de plaats. En de bewoners van die appartementen zitten straks bijna bij ons op schoot. Als ik op de wc in de badkamer zit, zien ze me. Ons huis minder waard en foetsie is onze privacy. Weg mooie bomen, want er gaan er heel wat sneuvelen. Het laatste woord is er nog niet over gezegd, want we zijn natuurlijk in de aanval. De buurtgroep ‘De Wolkenkrabber’ stelt zich strijdbaar op. Maar die vent heeft het bankgebouw al gekocht. Het wordt nog een heel gevecht. Vooralsnog denk ik: zal het kind van de boom een paar kastanjes leveren de komende herfst? Ik hoop het maar!

 

 

Door: Wieke Biesheuvel

Wieke Biesheuvel werkte en woonde zes jaar in Zambia, is nu voorgoed terug en probeert het Nederlandse leven weer onder de knie te krijgen. Waarbij ze beurtelings verbaasd, boos, dolgelukkig, verward of blij is.

Afbeelding van Wieke Biesheuvel