Wieke krijgt ruzie met haar man over een tas

Wie moet hier in huis altijd de portemonnee van Man zoeken? Ik. En wie vindt hem nooit? Hij. En wie vindt hem altijd? Ik. Dus.

 

‘Had jij maar een tas!’ verzucht ik vaak tegen Man, als zijn portemonnee weer eens half en dus uitnodigend uit zijn broekzak hangt. Ik vind dat een enge plek. Als hij in een tram staat, is dat ding zo weg. ‘Ik sta nooit in een tram’, zegt hij dan.

 

Man vindt een mannentas onzin en ook gek. ‘Ik voel het altijd, als iemand aan mijn achterzak zit’, beweert hij. Ik nam op een dag slinks en sluipend de proef op de som en riep triomfantelijk: ‘Jij hebt niet gevoeld dat ik aan je achterzak zat!’ ‘Echt wel,’ protesteerde hij, ‘want ik wist dat jij het was en jij mag best aan al mijn zakken zitten, daar hoor je mij niet moeilijk over doen.’ Jaja. Enfin, hij moet het zelf weten, maar op een dag is die portemonnee weg en dan zal hij vol spijt aan mijn wijze, door hem in de wind geslagen, adviezen denken.

 

 
Ondertussen ben ik al heel lang met hem getrouwd, maar ook wel enigszins met mijn tas. Zo neem ik Tas altijd mee naar boven en leg hem onder het bed. Neurotisch? Ja, maar wat zou dat? Er zitten belangrijke dingen in. Kijk maar naar de foto.

 

Ik neem hem ook altijd mee als we uit eten gaan. Niet nodig, want Man betaalt altijd, zo gaat dat nu eenmaal al ruim veertig jaar. Ik heb wel altijd zorgen over mijn tas. Ik droom vaak dat hij weg is en dat ik me ongans zoek op stations, luchthavens en in hotels.

 

 

Gek genoeg herken ik die plekken dan uit vorige dromen. Een vriendin van me heeft dat ook. Zo liet ze onlangs weten dat zij in datzelfde hotel waar ik altijd mijn tas zoek, naar haar hond had lopen zoeken. ‘Als jij Bobby vannacht ziet, bel me dan?’ verzocht ze. Dat heb ik uiteraard gedaan.

 

Je ziet elk modeseizoen mannenkleding voorbij komen die mijns inziens zo bizar is, dat ik de huisarts zou bellen als Man zoiets aantrok. Maar waarom zie je nou nooit een praktische mannentas? Ze zouden nooit meer hun portemonnee kwijt zijn. Man is ALTIJD zijn portemonnee kwijt. Behalve als hij in die zak zit. Maar bij de eerste de beste zakkenroller – ik heb voorspellende gaven – is ie foetsie. Ik stortte ter illustratie mijn tas leeg, om Man te laten zien dat een tas geen luxe is. Had ik beter niet kunnen doen, hij sloeg aan het saneren. Vroeg bij elk frutseltje of ik het nodig had. ‘Het antwoord op deze vraag,’ zo zei ik, ‘is nu, en bij alle volgende vragen: JA.’ 

 

 
Hij zoekt het maar uit met die uitpuilende broekzak, dan maar geen tas. Maar ik zou het een uitdaging vinden voor ontwerpers: maak nou eens een stoere, mannelijke schoudertas. Want wie moet hier in huis altijd de portemonnee van Man zoeken? Ik. En wie vindt hem nooit? Hij. En wie vindt hem altijd? Ik. Dus.
 

 

Door: Wieke Biesheuvel

Wieke Biesheuvel werkte en woonde zes jaar in Zambia, is nu voorgoed terug en probeert het Nederlandse leven weer onder de knie te krijgen. Waarbij ze beurtelings verbaasd, boos, dolgelukkig, verward of blij is.

Afbeelding van Wieke Biesheuvel