Wieke haat gebruiksaanwijzingen
Ik knip wasvoorschriften altijd uit kleding, omdat ze kriebelen. Niet bijster slim, want wat heb ik ontdekt?
Iets wat ik zeker een halve eeuw niet heb geweten. Ik dacht altijd dat het onzin was, om een kledingstuk linksom te wassen. Hoezo linksom? Hoe zou je dat in vredesnaam voor elkaar moeten krijgen?
Man bleek dit gewoon al heel lang te weten en hij heeft me dat nooit verteld. Daar sprak ik hem op aan, maar toen kwam zijn stokpaardje natuurlijk weer gretig binnen galopperen: ‘Als jij je eindelijk eens zou verdiepen in gebruiksaanwijzingen, zou dat veel narigheid schelen’, zei hij afgemeten, doelend op de verwoeste keramische plaat (mijn schuld). Maar het taalgebruik in die boekjes is vaak zo gecompliceerd. Na jaren ontdekte ik dat er een klokje op de oven zit. Wist ik veel? Maar dat staat inderdaad in een boekje. In zeker acht talen. Weten jullie wat ook erg is? De quasi-deftige en oubollige teksten van makelaars als ze een huis moeten aanprijzen. ‘Na het openen van de voordeur treffen wij de hal aan en dan begeven wij ons via de trap naar de eerste verdieping.’ ‘Wij komen binnen in de hal en lopen de trap op’, zou ook kunnen. Logisch dat je op de eerste verdieping komt als je de trap neemt. Hoed je voor ‘de karakteristieke details zijn behouden gebleven’, dan valt de boel namelijk bijna uit elkaar.
Receptenschrijvers kunnen er ook wat van. Ze willen graag dat je bij een pasta een ‘frisse, knapperige’ salade geeft. Alsof je van plan was om een ‘ranzige, verlepte’ salade te serveren. Of ze vertellen dat je ‘lekker vers boerenbrood’ bij de soep moet geven, alsof er ook maar iemand oud brood bij zou pakken. Dan komt je visite nooit meer terug. Tenzij dat het doel is, doe dan vooral oud brood en verlepte sla.
Terug naar de wasvoorschriften. Man zou nu zeggen dat ik van het onderwerp afdwaal, omdat ik het geneuzel vind. (Dit is ook geneuzel, maar ik weet even niks literairs op dit moment.) Ik had het dus al een halve eeuw geleden kunnen weten van dat linksom wassen. Niet dat het volgens mij ook maar iets heeft uitgemaakt. ‘De kleuren blijven helderder’, weet Man te vertellen. O ja? Gooit hij daarom altijd zijn sokken binnenstebuiten in de was? Mijn vader deed dat vroeger ook altijd en dan moesten mijn zus of ik ze na het drogen keren. Mijn broer niet nee. Daar trokken zus en ik de grens: dat mocht hij zelf doen.
Of ik het nu linksom, rechtsom, achterstevoren, ondersteboven of binnenstebuiten doe, mijn was is net zo schoon als bij mensen die de etiketten er niet uitknippen. Ook word ik niet ongelukkiger dan een ander als ik nooit gebruiksaanwijzingen lees. Maar die brochures van makelaars? Jongens, laat mij dat toch voortaan doen! ‘In de bijkeuken staat de wasmachine en daar kunt u uw wasgoed binnenstebuiten in het sop stoppen.’ Bijvoorbeeld.