Wieke in gesprek met haar avocadoboom

 

Zou ze geluisterd hebben? Ze leek wel dood

 

Een inspectierondje door de tuin, na onze thuiskomst gisteren, levert een verrassing op: de avocadoboom, die ik vorig jaar dreigend had toegesproken met: “Je moet het zelf weten, maar we hakken je gewoon om”, als ze niet heel snel weer vrucht zou dragen, heeft de grond bezaaid met avocado’s. Zou ze geluisterd hebben? Ze leek namelijk wel dood. Twee jaar lang geen avocado gezien. Nu wel. Haar takken buigen onder de aanstaande vruchten. Haar kinderen zijn niet heel groot, maar dat geeft niet. En zonder zo’n flutstickertje met ‘ready to eat’. Dat zijn niet te pruimen avocado’s als je eenmaal de mijne geproefd zou hebben. Allemaal even groot ook, die ready to eat dingen. Heel verdacht. Die komen van gemanipuleerde bomen die het wel uit hun hoofd laten om niet te luisteren. Ook die bomen zijn allemaal even groot. Dat is zo geregeld door de mens. 

 

Onze boom gaat haar eigen goddelijke gang. Als ze besluit kinderen te krijgen, is dat haar zaak, vindt ze. Net zozeer als het haar pakkie-an is om ze niet te krijgen. En wie ben ik om daar steeds een punt van te maken? Dat zei ze allemaal. Echt. Mijn boom praat. Geen van haar kinderen lijkt op elkaar. Pukkeltjes, wurmpjes, vlekken, te dik, te ielig, een grillige vorm of juist glanzend en perfect, net zoals dat bij mensen gaat. Wij willen toch ook niet op elkaar lijken? Dat zou een saaie boel worden. 

 

Pas op met je ogen

 

Ik heb de eerste afgeworpen vruchten opgeraapt en die moet ik nog even in de zon laten rijpen. Als de schil bruin wordt en ietsje meegeeft (niet te veel, dan zijn ze al bruin van binnen), zijn ze goed voor de quacamole. Prakken, zout, citroensap, knoflook en een pepertje snipperen. Veeg daarna niet in je ogen, zoals ik ooit deed, zodat ik een dag met een koud lapje op mijn oog moest rondlopen. En koop vooral een zak chips voor erbij. Of twee. Kan ons het schelen.

 

De boodschap van mijn boom komt over: “Bemoei je als mens nou eens even niet met de voortplanting van een ander, ook al ben ik maar een boom.

 

 

Ik word doodziek van al dat commentaar als ik een paar jaar pauze neem tussen het baren door. Knoop dat nou voor eens en altijd in je oren. Enne…mijn collega’s denken er net zo over.”

 

 

Wieke Biesheuvel is columnist bij Libelle, schrijft boeken, woont in Zambia en helpt de plaatselijke bevolking met medewerking van haar vriendinnen hier aan waterputten.