De tas

 

Wieke: Het duurde een hele tijd maar ook ik moest uiteindelijk geloven aan een handtas. En nu neem ik ’m zelfs mee naar bed.

 

 

Vroeger vond ik een tas aanstellerig, onzin en, o ja, óók burgerlijk. Ik gooi er even een flash back in: zondagochtend naar de kerk, jaren zestig. Alle vrouwen droegen een zelfde soort handtas, type tas van koningin Elizabeth. Die hangt al bijna een eeuw aan haar arm. Als ze ooit op aarde terugkomt, wordt ze, zeker weten, met die tas geboren.

 

Ik rommelde vaak in mijn moeders handtas. Mits ze niet in de buurt was, want ze haatte mijn gesnuffel. Ik deed dat om te onderzoeken of een tas nuttig was, oftewel: ik was, ben en blijf ziekelijk nieuwsgierig. Een zakdoek. Terwijl ze nooit verkouden was. Een spiegeltje en een lippenstift. Door de week droeg ze nooit lippenstift. Een kam. Ze kamde haar haar nooit, net als ik. Portemonnee natuurlijk. En eerlijk is eerlijk, ik heb er weleens dubbeltjes uit gejat om zwart-op-wit te kopen. Dat gore zoute poeder, dat je uitschudde op je hand en dan maar likken. Getsie. Die tas nam ze trouwens altijd mee naar bed, voor het geval inbrekers hem beneden zouden vinden. 

 

Ineens had ik een portemonnee, sleutels en sigaretten. Géén aansteker, anders liep je leuke jongens met aanstekers mis

Enfin, tot zover de tassen van mijn moeder en koningin Elizabeth. Het duurde wel twintig jaar voor ik met een tas liep. Maar ineens had ik een portemonnee, sleutels en sigaretten (ja, ik rookte Belinda menthol, voordat ik iets zinvols deed met mijn verstand).

 

Géén aansteker, anders liep je leuke jongens met aanstekers mis. Rol pepermunt. Stop dat maar eens allemaal in de zakken van je rok of broek. Mijn eerste tas was van zwart gekreukeld schapenleer met een lang hengsel, zodat ik hem schuin over het lijf kon dragen, over de linkerschouder. Ik wilde vooral geen last van die tas hebben. 

 

En nu? Mijn tas is me heilig. Wat erin zit? Kijk maar op de foto. Veel. De narigheid is alleen, dat ik er niets in kan vinden. Maar omdat ik zeker weet dat wat ik wil hebben, er toch in zit, keer ik hem vaak even om, dat scheelt irritant gezoek. Pas nog. Autosleutel zoek. Tas omgekieperd op het bureau van een hotemetoot waar ik toen was. Zat die sleutel in mijn bh. Ik maak die tassen zelf. Overlijden ze, dan naai ik een nieuwe. Wat dit mens met een houten varkentje in haar tas moet? Gekocht voor mijn schoondochter. Die spaart ze. En alles wat in die tas zit, hoe raar het ook klinkt, raakt tenminste niet kwijt. Mijn tas gaat met me mee naar bed. Zit in de genen.

 

 

  

 

Wieke Biesheuvel is columnist bij Libelle, schrijft boeken, woont in Zambia en helpt de plaatselijke bevolking met medewerking van haar vriendinnen hier aan waterputten.