Haar geld, tas, en het tijgertje van haar kleindochter worden gejat. Maar dan staat Anniko van Santen opeens naast haar als een reddende engel in nood.
Ik kijk naar Opsporing Verzocht. Waarom doe ik mezelf dat aan? Omdat ik zit te breien. Dit klinkt niet logisch. Ik leg het even uit.
Man kijkt graag naar Opsporing Verzocht. Als ik boven ga breien, bij de andere televisie, is dat een hele operatie. Voordat die stokoude televisie het doet, ben je een aantal duistere handelingen verder. Sla je één zo’n handeling over, dan krijg je het toestel niet meer aan de praat. Een stoel staat er ook niet, dus dan zou ik op bed moeten breien. Volgen jullie het nog? Beneden is het nu eenmaal het gezelligst, met kaarslicht en de kerstboom staat er ook nog steeds. Ik zit dus uit gemakzucht de hele uitzending van Opsporing Verzocht uit. De bloederigste details mis ik, want ik moet natuurlijk op mijn breiwerk letten. Wat ik brei? Een geel truitje voor een tijgertje. Een van mijn kleindochters heeft een enorme verzameling knuffeldieren en haar tijgertje is gewond. Een scheur in zijn vel . Omdat mijn dochter niet zo handig is met naald en draad, kreeg ik het tijgertje mee naar huis. ‘Wil je dan ook een truitje voor hem breien, oma?’ vroeg kleindochter en als die prachtige donkere ogen je aankijken, is er geen oma ter wereld die zegt: ‘tijgers dragen meestal geen truitjes’.
Terwijl ik dus iets extreem zoets doe, kijk ik naar iets extreem gewelddadigs. Anniko van Santen presenteert in een razend tempo een reeks schurken (zonder ook maar één keer te stotteren of ‘uh…’ te zeggen) en waarschuwt gelukkig als er iets schokkends aan zit te komen dat niet bestemd is voor jeugdige kijkers en breiende oma’s. Ze vertelt voor de tiende keer dat het van groot belang is dat wij meedenken. Daarmee bereikt ze toch dat er zelfs in mij een ‘wij-gevoel’ ontstaat: we moeten die schurken pakken! Meedenken helpt, want er worden regelmatig successen gemeld.
Als Anniko klaar is, kijken we nog even naar een natuurfilm. Hoe een tijger een prooi verovert. ‘Als hij een gele trui had gedragen, had hij het kunnen schudden’, peinst man. Ja. Te opzichtig. Dan wordt het nacht. En ik droom. Drie keer raden waarover. Bij een pinautomaat staan twee gemaskerde engerds mij op te wachten.
Ze willen mijn tas. Die geef ik niet, ik zal daar gek zijn. Maar het moet, die ene staat al klaar met een rol duct-tape. De andere leegt mijn tas. Daarin zit het tijgertje met zijn gele truitje. Ze eisen mijn pincode, en door de duct-tape heen zeg ik (in dromen kan alles) dat dit niet lukt met dat spul op mijn mond. Ik krijg een dreun en zeg het toch maar. De boeven hollen weg met mijn geld en mijn tas. En goh, net als je haar nodig hebt, is ze daar: Anniko van Santen! Ze knipt de duct-tape los en ze heeft, dankzij meedenkende kijkers, het tijgertje gevonden! Nu mijn tas nog.
Wat kun je dan grenzeloos opgelucht wakker worden hè, als je je tas mét inhoud gewoon naast je bed ziet staan. Maar het gelukkigst ben ik met het opgespoorde tijgertje van kleindochter.
Door: Wieke Biesheuvel
Wieke Biesheuvel werkte en woonde zes jaar in Zambia, is nu voorgoed terug en probeert het Nederlandse leven weer onder de knie te krijgen. Waarbij ze beurtelings verbaasd, boos, dolgelukkig, verward of blij is.
Leestip
Heb jij de kerstboom al staan?
Heb jij de kerstboom al staan?
Nee joh, dat kan toch pas na Sinterklaas? 56%, 5 votes
5 votes56%
5 votes
Mij niet gezien, ik houd niet van kerst. 44%, 4 votes