Hoe meer tradities, hoe leuker. Beetje volle boel af en toe, dat wel. Maar goed, als het de kerstsfeer maar verhoogt. Zo is het bij mij geen kerst zonder rode kerssterren, alleen al omdat er standaard elk jaar twee meisjes bij ons voor de deur staan met dozen vol rode kerststerren, die ze verkopen voor de padvinderij. Dus koop ik die. En dan meteen maar een heel voorraadje. Want met veel zijn die dingen nog wel te doen. Stiekem vind ik die sterren best een beetje oubollig. Maar ja. Traditie hè? Omdat ik geen levende planten en bloemen weg kan gooien, staan die dingen er trouwens het hele jaar. En weet je wat best oké is? Ze worden op een gegeven moment helemaal groen, dus je hebt geen last meer van kerstrood. En nog mooier? Tegen de kerst kleuren ze automatisch weer rood. Een wonder der natuur!
Zoenen!
Toch word ik nog het meest gelukkig van een klein bosje mistletoe. Alleen al omdat het zo bijzonder is dat dat spul bestaat. Die serene, subtiele takjes, die zo mooi passen bij het witte ochtendlicht van een kerstochtend. En het idee dat je gekust hoort te worden als je eronder staat. Bij mij hangt het midden in de keuken aan een wit lintje. Stel dat ik elke keer gekust zou worden als ik daar onderdoor liep… kwam er geen hap op tafel deze kerst. Voor de zekerheid hangt er altijd ook nog een bosje boven de eettafel. Dat bleek vorige keer niet zo’n succes, omdat mensen vervolgens over de tafel vol servies en glazen heen met elkaar gingen kussen. Werd natuurlijk een zootje. Maar wel gezellig. Dat dan weer wel!