We waren altijd met z’n drieën. Waren, inderdaad.
En de waarheid is dat de waarheid nooit boven tafel zal komen.
Drie collega’s die het ooit, meer dan dertig jaar geleden, zo goed konden vinden dat ze vriendinnen werden en dat bleven tot lang nadien en voor altijd. Eén van ons kreeg op een dag een kanjer van een burn-out en zou daar een behoorlijk tijdje door uit de roulatie zijn. Haar hele leven was op z’n kop geraakt en dat had ze niet zomaar een-twee-drie weer terug op de rails. Ik ging op een dag scheiden. Mijn leven was ontwricht en zou daarna nooit meer hetzelfde worden. Voordat ik dat een plek had gegeven waren we zomaar een paar jaar verder.
Alleen de nummer drie in dit verhaal bleef gespaard van tegenspoed en dat maakte haar de rots in de branding die er altijd was om te redderen en er te zijn.
Totdat haar man een paar jaar geleden in een dijk van een midlifecrisis tuimelde en – lang verhaal kort – zijn bedrijf aan de wilgen hing om een tijdje te kunnen freewheelen, waar hij ernstig behoefte aan had. Weg zekerheid, weg comfortabel leventje, weg pensioen. Nu waren wij, precies zoals dat gaat in een vriendschap, degene om te redderen en er te zijn.
Maar toen de gemoederen na een tijd weer enigszins waren bedaard was er iets veranderd. Vriendin drie maakte omtrekkende bewegingen, kwam de belofte om te bellen niet na en zei afspraken af. Ging het toch niet weer wat beter, wat ze wel beweerde? Voelde het achteraf niet goed dat zij na al die jaren degene was geweest die haar ziel en zaligheid op tafel had gelegd en zich kwetsbaar had durven opstellen? Was het onverteerbaar dat zij degene van ons drie was die de broekriem had moeten aanhalen en opnieuw haar weg moest zoeken?
De waarheid is dat de waarheid nooit boven tafel is gekomen. Vragen werden niet beantwoord en op een dag werd zelfs de telefoon niet meer opgenomen. Van de week waren wij, de twee overgebleven musketiers, samen op pad. Zoals elke keer vroegen we, hoewel inmiddels tegen beter weten in, of er misschien nog nieuws was over onze nummer drie. Mijn bericht waarin ik wereldkundig maakte dat ik omi was geworden, was door haar beantwoord, dat wel. Zij het met een afgemeten ‘gefeliciteerd’ en verder niets.
We besloten dat we er misschien maar genoegen mee moeten nemen dat haar leven op z’n kop was geraakt en dat wij hoe dan ook niet meer in haar plaatje passen sinds ze weer opkrabbelde. We besloten ook dat het zomaar zou kunnen dat we de ware toedracht van de verwijdering nooit zullen horen en dat dat best pijnlijk is. Want we waren altijd met z’n drieën, drie collega’s die vriendinnen werden. En als het aan ons had gelegen was dat voor altijd.