Wat zeg jij/wat zegt u eigenlijk?
Na ons gesprek ben ik er toch maar eens op gaan letten. Wat zég ik nu eigenlijk tegen mensen die ik niet ken?
Ik dacht dat ik al verpest was door mijn beroep als copywriter. Online op websites spreek je 9 van de 10 keer mensen aan met ‘je’. De reden daarvoor is simpel. Als jij lekker in je hoekje van de bank zit te scrollen, zie je jezelf dan als een ‘u’? Waarschijnlijk niet.
Online creëert al afstand in vergelijking met live contact, bijvoorbeeld in een winkel. Door een tekst persoonlijk te maken, bijvoorbeeld door ‘je’ te gebruiken, overbrug je die afstand. Het gevolg is dat ik in mijn dagelijks leven ook heel gemakkelijk zit te jij-en en te jou-en.
“Ik vind dat helemaal niks!”
Zei mijn buurvrouw van in de 80 laatst. “Mensen met u aanspreken getuigt van respect, we hebben toch niet samen geknikkerd!” Ik bekende schoorvoetend dat ik volgens mij iedereen met je en jij aanspreek. Haar ook. “Ja, maar wij kennen elkaar goed, dat is anders.” Phew, gelukkig… dacht ik in stilte.
Na ons gesprek ben ik er toch maar eens op gaan letten. Wat zég ik nu eigenlijk tegen mensen die ik niet ken? Een dag later sta ik in de supermarkt. Een mevrouw in een scootmobiel wil een pak melk pakken, maar ze kan er niet bij. Direct schiet ik te hulp en zeg: “Mevrouw, kan ik u helpen?”
Kan ik u helpen… ik hoor het mezelf zeggen. Zeg ik dan onbewust toch altijd u?
Weer twee dagen later. Ik kom een man tegen in het bos die met zijn hond aan het wandelen is. We maken een praatje. En ja hoor, wéér hoor ik mezelf zeggen: “Geniet van uw dag.”
Toevallig kom ik de dag erop de man weer tegen. Opnieuw raken we aan de praat. Ditmaal heeft het gesprek wat meer diepgang. Ik vertel hoe ik terecht ben gekomen op de Veluwe. De aanleiding van mijn verhuizing naar dit heerlijke oord had namelijk een wat minder leuke reden.
De man vertelt op zijn beurt dat hij al acht jaar weduwnaar is. Normaal gesproken zou het me niet opvallen, maar nu wel: halverwege ons gesprek switch ik naar ‘je’. Blijkbaar werkt mijn je-en-u-keuze zo: als iemand ouder is dan ik en ik ken diegene niet, zeg ik u. Verandert het contact naar een warmer en hartelijker spreken, dan stap ik over naar je.
Ik weet nog van vroeger dat ik dat heel raar vond.
Een vriendin van me zei altijd ‘u’ tegen haar moeder. Dat zou bij ons thuis ondenkbaar zijn. Sowieso hadden wij thuis bijnamen voor iedereen. Mijn moeder was ‘De Dum’ (het waarom is een lang verhaal) en mijn vader noemen we (nog steeds!) ‘De Baard’.
Waarom we De Baard, De Baard noemen, lijkt me duidelijk. En het was echt niet dat ik mijn ouders niet respecteerde toen ik jonger was. Verre van zelfs. Het zou voor mij heel afstandelijk en raar hebben gevoeld om u te zeggen. En zeg nu zelf, ‘De Baard’ is toch veel leuker?
Nieuwe aanhang in de familie moet trouwens altijd ontzettend wennen aan onze bijnamen. “Ik ga jouw vader nóóit ‘De Baard’ noemen!”, dat heb ik meerdere malen gehoord. Maar uiteindelijk gaan ze allemaal voor de Baard, eh de bijl dus.
Ondanks dat ik van huis uit altijd je, jij en Baard zeg, zeg ik dus blijkbaar tegen vreemden altijd ‘u’! Is er toch nog iets terechtgekomen van die opvoeding. 😉