Wat was ik bang
Ik weet niet wat het is, maar als het sinterklaastijd is, reis ik automatisch terug naar vroeger. In m’n hoofd dan. Nog steeds schrik ik me een hoedje van die enge, verklede mensen. Die Sint en die Piet. En dat enorme paard. En dat gegooi met snoepgoed en die wilde fratsen die die Pieten menen te moeten uithalen. En het is al zo donker in deze periode. Krijg je dat er ook nog bij.
Boe!
Je schrok ook he? Zie je wel. Ligt dus niet aan mij. Ik was als kind zo bang in de sinterklaastijd, dat ik ’s nachts, als ik naar de wc moest, eerst m’n zusje wakker maakte, zij dan uit bed ging, alle lichten in de kamers waar ik langs moest aan ging zetten, me op kwam halen, voor de wc-deur op me wachtte, me weer naar bed bracht en vervolgens alle lichten weer uit ging doen. Lie-hief!!
Maar eigenlijk ging dat gedoe natuurlijk te ver. Dus werd ik op een dag apart genomen door m’n ouders, die me vertelden dat die Sinterklaas en Zwarte Piet helemaal niet bestonden, dat het één grote verkleedpartij was. Maar ik mocht het niet tegen m’n zus vertellen natuurlijk. Man, man, man, wat was ik opgelucht toen ik dat eenmaal wist. Ik kon weer gewoon verder leven. Lustte al weken geen eten (wel snoep natuurlijk) en kon niet slapen van de zenuwen.
Die avond lagen zus en ik naast elkaar in onze bedjes en ik vertelde haar uiteraard in vertrouwen het grote geheim. Waarop ze zei: ‘Jij laat je ook echt alles wijsmaken, hè? Dat verzinnen ze alleen maar om je gerust te stellen natuurlijk’. En inderdaad, ze had gelijk. Wat stom van me, om daar met open ogen in te stinken. Ik was meteen genezen. Wat kunnen je ouders je toch ook voor de gek houden. Heb nog jaren daarna geloofd in het sintsprookje natuurlijk.
Door Franska
Fotografie sfeerbeeld: Carmen Vos. Fotografie portret: Esmée Franken. Visagie: Charlotte van Gulik, Haar: Isabella Greuter