Wat je over Parijs moet weten voor je erheen gaat
Zo was ik er een hele coronaperiode niet, nu binnen drie maanden was ik er voor de tweede keer.
Parijs, mijn grote lieveling op een middagdutje van huis gelegen. De zon scheen, de kastanjes lagen op de grond en gepoft op de grill op de hoek van de Rue de Seine, de oesters lachten me toe bij Atlas op de Rue de Buci en de metro was vol en vlug als altijd. Toch viel me weer een aantal dingen op die best handig zijn om te weten, mocht jij binnenkort ook weer gaan.
1. Les Parisiens zijn best onaardig
Sorry, sorry, sorry dat ik het zeg en dat ik het ook tot de kop van dit stukje bombardeer. Misschien zouden wij ook gek worden van al die toeristen (ik zag zelfs iemand met een Emily in Paris-sweater langs Café de Flore lopen) en gaan snauwen, maar ik vond het weer opmerkelijk. We wilden naast elkaar een café crème (overigens niet te drinken en €8,50 per stuk) drinken bij Café Ruc, maar dat mocht niet. Ook al was het hele terras verder leeg, we mochten niet naast elkaar, maar moesten tegenover elkaar. Ze maakte er ook stewardessiaanse handbewegingen bij. Een beetje vip-spotten bij Le Meurice en Costes ging ook niet door: de hele ruimte was leeg, maar toch echt gereserveerd voor hun gasten. Een klein drankje misschien? Het antwoord was drieletterig en begon en eindigde met een ‘n’.Tuurlijk waren er ook aardige mensen, heus. Maar om de sfeer overall reuze gastvrij te noemen: mwah.
2. Rijen, rijen en nog eens rijen
Voor Café de Flore, bij Les Deux Magots een rij zo lang dat een Olympische verspringer het niet in één keer zou overbruggen. Op de Avenue de l’Opéra verwachtten wij Harry Styles of minstens Gigi Hadid, zo lang was de rij zomaar ineens op straat. Die bleek te leiden naar een bakkertje Cédric Grolet Opéra. Hoe goddelijk zijn taartjes smaken zal ik niet weten, want de Zara lokte me haar kant op, maar ik zal je zeggen: loop je hier langs en is er geen rij: sla toe.
3. Ladurée wint toch van Hermé
De echte Parijs-kenner zal zeggen dat de macarons van Hermé lekkerder, beter en van alles superieur zijn dan die van Ladurée, dus ik luisterde. En keerde om. Het kan dan lekkerder zijn, maar bij Ladurée krijg je zo’n prachtig doosje, bezwijk je voor zo’n beeldige geurkaars en krijg je hun iconische mintgroene tasje. Sorry, maar dat prevaleert bij mij boven iets lekkerder macarons.
4. Zorg voor een Uber-app
Ineens zijn er geen taxi’s meer te krijgen, dus draag comfy schoenen, zorg voor carnet metrokaartjes en installeer de Uber-app.
5. Restaurant Maison Sota
Een Japans restaurant in het 11e arrondissement. Wij liepen ernaartoe vanuit het 6e (een wandeling van vijftig minuten) en dat was maar goed ook, want ik heb nog nooit zoveel gangen voorgeschoteld gekregen. Los daarvan (het was op een gegeven moment zoveel dat ik eten probeerde te verstoppen onder ander eten) was het een culinaire sensatie. Als je er naartoe gaat: bestel een Condrieu.
6. Iedereen komt bij Ruc
Het cafeetje op de hoek tegenover het Louvre staat misschien niet bekend om de beste koffie en het vriendelijkste personeel, de Aperols zijn prima en het is een allez et vient van bekenden. Wij dijden uiteindelijk uit van twee naar tien personen.
7. Durf te vragen
Wij zagen een vrouw met een ge-wel-di-ge outfit. We gisten en gokten. Was het Chanel? Of toch Balenciaga? Vraag jij het, vraag ik het? Aan de reactie van mijn vriendin zag ik dat het goed nieuws betrof: Zara!
8. Hotelkamers in Parijs zijn klein
Tenzij je je maandsalaris uitgeeft aan een kamer in Le Bristol is bijna elke kamer niet heel veel ruimer dan een bed, een fauteuil en een bijzettafel, hoe mooi het hotel verder ook is. Dan weet je dat ook maar weer.
9. Even langs bij Jérôme Dreyfuss
In de Rue Jacob zit de eerste Isabel Marant-boetiek met aan de overkant de store van haar geliefde Jérôme Dreyfuss. Tassen net iets betaalbaarder dan de Chanelletjes en de Vuittons met Parijse rockchick allure.
10. Koop thee van Mariage Frères
Oké, je betaalt 21 euro voor een doosje, maar elke keer als je straks thee zet ben je weer in Parijs.
11. Het houdt maar niet op met mooi zijn
Al was het mijn 78ste keer, ik bleef mezelf in de arm knijpen. Parijs, ik kom gauw weer.